BE898254A

BE898254A - Clamp unit to hold plastic tube ends during heat welding - has pairs of clamp jaws on pivoted levers applied to either side of weld sleeve

Info

Publication number: BE898254A
Application number: BE2/60261A
Authority: BE
Original assignee: Algemene Las En Constructiewer
Priority date: 1983-11-18
Filing date: 1983-11-18
Publication date: 1984-03-16

Abstract

The clamp assembly is intended for co-axially locating the ends of two plastic, e.g. polyethylene, tubes relative to one another during heat-welding a coupling sleeve. - It comprises at least two pairs of clamp jaws with semi-cylindrical concave tube grip contours which are arranged at the ends of respective axially spaced pairs of two-armed levers, each lever pair being pivoted together whilst the other ends of these levers are provided with lever assemblies or the like which permit opening and closing the clamps. The levers of each pair may cross one another, scissor-fashion, or may extend one above the other. - The unit is easy to operate and of simple inexpensive design. It may be provided with four pairs of clamp jaws, two either side of the weld, which provides better co-axial location partic. for tubes taken off a wound supply.(0/5)

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor 
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door ALGEMENE LAS-EN CONSTRUCTIEWERKEN, in het kort :   "ALLASCON", naamloze   vennootschap voor "Inrichting voor het vasthouden van aan elkaar te lassen kunststofbuizen" 
 EMI1.1 
 als UITVINDINGSOCTROOI 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
 EMI2.1 
 Inrichting voor het vasthouden van aan elkaar te lassen kunststofbuizen. 



  Deze'uitvinding betrekking op een inrichting voor het vasthouden van aan elkaar te lassen kunststofbuizen. 



  Men weet dat het gebruik van kunststofbuizen, meer speciaal polyethyleenbuizen, voor het verplaatsen van vloeistoffen en gassen meer en meer wordt toegepast. 



  Eveneens weet men dat het hermetisch met elkaar verbinden van zulke kunststofbuizen geschiedt door thermolassen, waarbij bij voorkeur gebruik wordt gemaakt van zogenaamde lasmoffen, met andere woorden moffen die over de uiteinden van de met elkaar te verbinden buizen worden aangebracht en die door verwarming deze buizen hermetisch met elkaar verbinden. 



  Tevens is het bekend dat, om een doeltreffende thermolas te bekomen, tijdens de voornoemde verwarming en de daarop volgende afkoeling, de buizen en de mof onbeweeglijk   t. o. v.   elkaar moeten worden gehouden. 



  Deze uitvinding heeft dan ook betrekking op een inrichting die zulke relatieve bevestiging van buizen en lasmof tijdens het verwarmen en afkoelen toelaat, waarbij deze inrichting in alle omstandigheden op uitermate eenvoudige wijze kan aangebracht, vastgeklemd en verwijderd worden. 



  Deze inrichting is daarenboven zeer eenvoudig uitgevoerd en is goedkoop te   verwezenlijken.   

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Ten einde de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 een perspectiefzicht weergeeft van een een- voudige uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding ; figuur 2 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 1 doch voor een praktische uitvoering ; figuren 3 en 4 zichten zijn volgens de pijlen F3 en F4   - tin   figuur 2 ; figuur 5 een zieht is gelijkaardig aan dit van figuur 3 doch voor de open stand van de inrichting ; figuur 6 een variante weergeeft van figuur 2. 



    In figuur 1 is een inrichting volgens de uitvinding weerge-   geven die in hoofdzaak bestaat uit twee paar klemmen, respectievelijk 1-2 en 3-4, die ieder een half-cilindrische uitholling 5 vertonen waarvan de straal gelijk is aan de halve diameter van buizen, respectievelijk 6-7, die door voornoemde klemmen onbeweeglijk en co-axiaal moeten kunnen vastgehouden worden tijdens het aan elkaar bevestigen van zulke kunststofbuizen door thermolassen, wat geschiedt door gebruik te maken van zogenaamde lasmoffen 8 die over de uiteinden van de buizen 6-7 worden geschoven en door verwarming met deze buizen worden verbonden. 



  De klemmen zijn in dit geval ieder voorzien van gekruiste armen, respectievelijk 9-10 en 11-12 die paarsgewijs scharnierbaar met elkaar verbonden zijn door spillen 13-14, waarbij de delen 1-2-9-10 op een door de lengte van de mof 8 bepaalde afstand onbeweeglijk met elkaar verbonden zijn, bijvoorbeeld door een afstandslat 15. 



  Zulke inrichting zal tenslotte vervolledigd worden door middelen die de paren klemmen 1-2 en 3-4 geschikt omheen de buizen 6-7 drukken. Deze middelen zijn in figuur 1 schematisch 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 aangeduid door pijlen   P1-P2   en P3-P4. 



  Deze middelen kunnen gevormd worden door veren die zijn aangebracht tussen de uiteinden der armen 9-10 en 11-12 ; bouten die aan   een   uiteinde scharnierbaar bevestigd zijn met bijvoorbeeld de uiteinden van de armen 10 en 12 en waarvan het ander uiteinde, door middel van een vleugelmoer kan aangeschroefd worden tegen de armen 9 en 11 ; opspansystemen ; en dergelijke. 



  Het is duidelijk dat op deze wijze een inrichting wordt verkresen die toelaat buizen op eenvoudige wijze vast te grijpen en onbeweeglijk op een bepaalde afstand te houden ten opzichte van elkaar. 



  In de figuren 2 tot 5 is een praktische uitvoering weergegeven van een inrichting volgens de uitvinding waarbij in dit geval de armen 9-10 en 11-12 nagenoeg evenwijdig en scharnierbaar met elkaar zijn verbonden en waarbij aan de uiteinden van deze armen, die voorbij hun scharnierpunten 13-14 uiteenwijken, opspanmiddelen 16-17 zijn voorzien. 



  Deze opspanmiddelen 16-17 bestaan ieder uit een bedieningshefboom 18 die scharnierbaar bevestigd is op het vrij uiteinde van een arm 10-12 ; een tweede hefboom 19 die scharnierbaar verbonden is met de tweede arm 9-11 en waarvan het vrij uiteinde afgeschuind is ten einde in de grendelstand te kunnen samenwerken met de arm 10-12, en een derde hefboom 20 die scharnierbaar aangebracht is tussen, enerzijds, een arm 10-12 en de betreffende hefboom 18 en, anderzijds, de hefbomen 18 en 19. De lengte van de voornoemde hefbomen is zodanig bepaald dat de inrichting eenvoudig kan aangebracht worden over en vastgeklemd worden op de betreffende buizen 6-7. 



  Inderdaad bevindt het scharnierpunt 21 zieh in geklemde toestand voorbij de lijn A-A, getrokken door de scharnierpunten 22-23, waardoor de vergrendeling van de inrichting wordt verkregen, waarbij de afstand B relatief klein is gehouden om 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 het vrijmaken van de inrichting met een geringe kracht mogelijk te maken. 



  In figuur 6 is nog een uitvoering weergegeven waarbij voor de beide paren armen 9-10 en 11-12,   een   spansysteem 16 is voorzien. Dit laatste is hiertoe aangebracht op verbindingslatten 24-25 tussen de armen 9-11 en 10-12. 



  Alhoewel in de beschreven voorbeelden de klemmen 1 tot 4   een-   zelfde relatief geringe breedte vertonen is het duidelijk dat   een   of beide paren klemmen 1-2 en/of 3-4 een grotere breedte kunnen vertonen, met de bedoeling bijvoorbeeld hulpstukken beter te kunnen omgeven en/of te steunen. 



  Eveneens zou men een inrichting volgens de uitvinding kunnen beogen die gevormd wordt door twee paar klemmen 1-2, enerzijds, en twee paar klemmen 3-4, anderzijds, die op een geschikte afstand ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en die ieder voorzien zijn van armen 9-10 en 11-12 die met elkaar verbonden zijn door een lat 15 en waarbij deze klemmen, respektievelijk armen, afzonderlijk of gezamenlijk kunnen bediend worden door een opspansysteem 16 of dergelijke. 



  Op deze wijze verkrijgt men, aan iedere zijde van de mof 8, twee paar klemmen wat vooral van belang is bij het   behandelen   van buis of rol daar deze aldus op eenvoudige wijze in lijn kunnen gebracht worden en zuiver co-axiaal kunnen gehouden worden. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   DESCRIPTION in support of an application for
BELGIAN PATENT formulated by GENERAL WELDING AND CONSTRUCTION WORKS, in short: "ALLASCON", limited company for "Device for holding plastic pipes to be welded together"
 EMI1.1
 as INVENTION PATENT

 <Desc / Clms Page number 2>

 
 EMI2.1
 Device for holding plastic pipes to be welded together.



  This invention relates to a device for holding plastic pipes to be welded together.



  It is known that the use of plastic pipes, in particular polyethylene pipes, for moving liquids and gases is being used more and more.



  It is also known that hermetically connecting such plastic pipes is effected by thermo welding, preferably using so-called welding sleeves, in other words sleeves which are placed over the ends of the pipes to be joined and which heat these pipes hermetically. connect with each other.



  It is also known that, in order to obtain an effective thermolas, during the aforementioned heating and the subsequent cooling, the pipes and the sleeve remain immobile. o. v. must be kept together.



  This invention therefore also relates to a device which allows such relative fixing of pipes and welding sleeve during heating and cooling, whereby this device can be fitted, clamped and removed in an extremely simple manner in all circumstances.



  Moreover, this device has a very simple design and is inexpensive to realize.

 <Desc / Clms Page number 3>

 



  In order to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below, by way of example without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a perspective view of a simple embodiment of the device according to the invention ; figure 2 is a view similar to that of figure 1 but for a practical embodiment; Figures 3 and 4 are views according to arrows F3 and F4 - Figure 2; Figure 5 is a view similar to that of Figure 3 but for the open position of the device; figure 6 represents a variant of figure 2.



    Figure 1 shows a device according to the invention which mainly consists of two pairs of clamps 1-2 and 3-4 respectively, each of which has a semi-cylindrical recess 5, the radius of which is equal to half the diameter of pipes 6-7, respectively, which must be capable of being held immovably and co-axially by said clamps during the fastening of such plastic pipes to each other by thermo-welding, which is done by using so-called welding sleeves 8 which over the ends of the pipes 6-7 slid and connected to these tubes by heating.



  In this case, the clamps are each provided with crossed arms, 9-10 and 11-12, respectively, which are hingedly connected in pairs by spindles 13-14, the parts 1-2-9-10 being in one by the length of the socket 8 are immovably connected to one another for a certain distance, for example by means of a spacer bar 15.



  Such equipment will finally be completed by means that suitably press the pairs of clamps 1-2 and 3-4 around the tubes 6-7. These means are schematic in Figure 1

 <Desc / Clms Page number 4>

 indicated by arrows P1-P2 and P3-P4.



  These means can be formed by springs arranged between the ends of the arms 9-10 and 11-12; bolts hinged at one end to, for example, the ends of arms 10 and 12, the other end of which can be screwed to arms 9 and 11 by means of a wing nut; clamping systems; and such.



  It is clear that in this way a device is obtained which permits gripping of pipes in a simple manner and keeping them immobile at a certain distance from each other.



  Figures 2 to 5 show a practical embodiment of a device according to the invention, in which in this case the arms 9-10 and 11-12 are connected almost parallel and hinged to each other, and at the ends of these arms extending beyond their pivot points 13-14 diverge, clamping means 16-17 are provided.



  These clamping means 16-17 each consist of an operating lever 18 pivotally mounted on the free end of an arm 10-12; a second lever 19 hingedly connected to the second arm 9-11 and the free end of which is chamfered for co-operation with the arm 10-12 in the locking position, and a third lever 20 hingedly between, on the one hand, an arm 10-12 and the respective lever 18 and, on the other hand, the levers 18 and 19. The length of the aforementioned levers is determined such that the device can easily be fitted over and clamped onto the respective tubes 6-7.



  Indeed, the pivot point 21 is clamped beyond line A-A, drawn through the pivot points 22-23, thereby obtaining the locking of the device, the distance B being kept relatively small to

 <Desc / Clms Page number 5>

 enable the release of the device with low force.



  Figure 6 shows a further embodiment in which a tensioning system 16 is provided for the two pairs of arms 9-10 and 11-12. The latter is provided for this purpose on connecting slats 24-25 between the arms 9-11 and 10-12.



  Although in the described examples the clamps 1 to 4 have the same relatively small width, it is clear that one or both pairs of clamps 1-2 and / or 3-4 may have a larger width, with the intention for instance to better surround fittings and / or support.



  One could also envisage a device according to the invention which is formed by two pairs of clamps 1-2 on the one hand and two pairs of clamps 3-4 on the other, which are arranged at a suitable distance from each other and which are each provided with arms 9-10 and 11-12 which are connected to each other by a slat 15 and wherein these clamps, respectively arms, can be operated individually or jointly by a clamping system 16 or the like.



  In this way, on each side of the sleeve 8, two pairs of clamps are obtained, which is particularly important in the treatment of the tube or roller, since they can thus be easily aligned and kept purely co-axially.



  It is clear that the invention is in no way limited to the exemplary embodiments described in the accompanying drawings.

Claims

Requirements.

1.- Device for holding plastic pipes to be welded together, characterized in that it mainly consists of at least two pairs of clamps (1-2) and (3-4), each of which has a semi-cylindrical recess (5) whose radius is equal to half the diameter of the respective tubes, these clamps (1-2) and (3-4) are each connected to arms (9-10) and (11-12) which are hingedly connected in pairs and these pairs being connected to each other and provided with means allowing to fix the clamps (1-2) and (3-4) to the respective tubes (6-7).

2. Device according to requirement 1, characterized in that the arms (9-10) and (11-12) of each pair of clamps, respectively (1-2) and (3-4), cross each other.

Device according to requirement 1, characterized in that the arms (9-10) and (11-12) of each pair of clamps, respectively (1-2) and (3-4), are substantially parallel to each other.

Device according to requirement 3, characterized in that the free ends of the arms (9-10) and (11-12) separate from their pivot point.

Device according to any one of the preceding requirements, characterized in that two pairs of clamps are provided.

6. Device according to one of the requirements 1 to 4, characterized in that four pairs of clamps are provided.

7. Device according to any one of the preceding requirements, characterized in that the clamps have the same width.

8. Device according to one of the requirements 1 to 6, characterized in that the clamps have different widths. <Desc / Clms Page number 7>

Device according to any one of the preceding requirements, characterized in that the means allowing to fix the clamps (1-2) and (3-4) on the pipes, between the free ends of the pairs of arms (9-10) and (11-12) are provided.

Device according to requirement 9, characterized in that said means are formed by an operating lever (18) hingedly mounted on one or the lower arms (10-12); a second lever (19) pivotally mounted on one or the upper arms (9-11) and a third lever (20) pivotally mounted with one or the lower arms (lQ-12) and the operating lever (18), on the one hand, and the second lever (19) and the operating lever (18), on the other.

11. Device according to requirement 10, characterized in that the pivot (21) is common to the levers (18-19-20), while the pivot (23) is common to the levers (18-20) and one or the arms (10-12).

Device according to requirement 10 or 11, characterized in that the free lower end of the second lever (19), in clamping position of the device, cooperates with an arm (10-12) such that the pivot point (21) extends beyond the line that connects the pivot points (22-23).

13. Device according to any one of the preceding requirements, characterized in that the pairs of arms (9-10) and (11-12) are connected to each other by at least one slat (15).

14. Device for holding plastic pipes to be welded together, mainly as described previously and shown in the accompanying drawings. p. pa van: GENERAL WELDING AND CONSTRUCTION WORK, in short: "ALLASCON", a public limited company.

Antwerp November 18, 1983. p. pa of: Antwerp Patent and Trademark Office M. F. J. Bockstael N. V.