BE1032493B1 - Cbrn-beschermende uitrusting met hoofddeksel met verbeterde afdichting - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hoofddeksel voor gebruik in CBRN-beschermende uitrusting, waarbij het hoofddeksel een hoofddeksellichaam heeft dat de vorm heeft van een kap of balaclava voor het bedekken van het hoofd en een gezichtsveldopening voor het ontvangen en bedekken van de rand van een ademhalingsbeschermingsmasker. Het hoofddeksel bestaat uit een elastisch afdichtingselement dat rondom in het randgebied van de gezichtsveldopening is aangebracht, waarbij het elastische afdichtelement kleverig is. Het hoofddeksel omvat tevens een randgedeelte dat het afdichtingselement aan de buitenzijde althans gedeeltelijk bedekt en/of overlapt, waarbij het randgedeelte langs de omtrek van het randgedeelte is voorzien van een holte, welke holte een elastisch spankoord omvat met stoppers bij elke opening, zodat het randgedeelte gevormd is om tegen het afdichtingselement aan de buitenkant en/of in de richting van de gezichtsveldopening te drukken en/of aan te spannen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het afdichten van de overgang tussen een hoofddeksel voor CBRN-beschermende uitrusting, en een ademmasker.

Description

1 BE2024/5184

CBRN-BESCHERMENDE UITRUSTING MET HOOFDDEKSEL MET

VERBETERDE AFDICHTING

GEBIED VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van beschermingsuitrusting, in het bijzonder op hoofddeksels die worden gebruikt in Chemische, Biologische,

Radiologische en Nucleaire (CBRN) beschermingsuitrusting. De uitvinding richt zich op een hoofddekselontwerp dat zorgt voor een duurzame en stevige verbinding tussen het hoofddeksel en een ademhalingsbeschermingsmasker, waardoor een robuuste afdichting tegen gevaarlijke stoffen wordt geboden. De uitvinding maakt gebruik van een kleverig elastisch afdichtingselement, een elastisch spankoord met stoppers, en een tweede barrièrelaag omvattende een geactiveerd koolstofweefsel om dit doel te bereiken.

ACHTERGROND

In het veld van beschermingsuitrusting voor Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) omgevingen is de verbinding tussen de kap van het CBRN-pak en het gasmasker van het grootste belang. Deze verbinding zorgt ervoor dat de drager overleeft door een barrière te vormen tussen het hoofd van de drager en de externe omgeving, waardoor schadelijke stoffen de luchtwegen, ogen en het gezicht niet kunnen bereiken.

Het gasmasker biedt extra bescherming door deze verontreinigingen eruit te filteren of te neutraliseren voordat ze kunnen worden ingeademd. Een stevige afdichting tussen de kap en het masker is essentieel om de integriteit van het beschermende geheel te behouden en ervoor te zorgen dat de drager niet wordt blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Door deze afdichting kan de gefilterde lucht vanuit het masker richting de kap worden geleid, waardoor een schone en adembare atmosfeer in het beschermende geheel ontstaat. Het voorkomt ook dat de kap verschuift of afglijdt tijdens bewegingen, zodat de drager effectief taken kan uitvoeren in uitdagende omgevingen zonder in te boeten aan bescherming.

De vorm en contour van het gasmasker kunnen de afdichting echter drastisch beïnvloeden. Recent ontwikkelde gasmaskers met brede vizieren zijn voorzien van uitstulpingen aan de zijkanten om plaats te bieden aan de brede vizieren van de

2 BE2024/5184 maskers, die de reguliere contactvlak van de maskers verstoren. Deze verstoring kan leiden tot de vorming van een klein gaatje tussen de uitstulpingen en de elastische band die het masker afdicht, waardoor gevaarlijke dampen in de kap kunnen binnendringen. Gewoonlijk gebruiken kappen een plat afdichtingselement om de verbinding tussen de kap en het gasmasker te bevorderen. Deze platte afdichtingselementen functioneren echter niet bij bredere vizieren tenzij de vorm van de kap specifiek is aangepast aan het vizier, of er extra afdichtingselementen zijn meegeleverd.

Bovendien zijn brede vizieren over het algemeen wenselijk. Ze bieden dragers een breder gezichtsveld, waardoor zij de situatie waarin zij werken sneller en nauwkeuriger kunnen beoordelen.

Daarom is er behoefte aan een verbeterd afdichtingsmechanisme tussen de kap van een CBRN-pak en een gasmasker dat verschillende maskervormen en -contouren kan accommoderen en een duurzame en betrouwbare afdichting kan bieden.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een hoofddeksel voor gebruik in CBRN-beschermende uitrusting volgens conclusie 1.

Het hoofddeksel is voorzien van een kleverig elastisch afdichtingselement dat rondom in het randgebied van de gezichtsveldopening van de kap is aangebracht. De plakkerige elastische band kan meerdere wasbeurten doorstaan en heeft een lange levensduur, waardoor hij langdurige functionaliteit biedt. De uitvinding is ontworpen om verschillende maskervormen mogelijk te maken, vooral die met brede vizieren, waardoor een stevige afdichting wordt gegarandeerd, ongeacht de vorm en contactvlak van het masker. De uitvinding biedt verbeterde bescherming, betrouwbaarheid en gebruikersvertrouwen in gevaarlijke omstandigheden, wat bijdraagt aan verbeterde prestaties en welzijn van de drager.

Door te zorgen voor een goede afdichting van de kap op het masker, ongeacht de vorm van het vizier, wordt verdere innovatie op het gebied van ademhalingsmaskers bevorderd. Dit maakt het gebruik van het hoofddeksel met een grotere verscheidenheid aan vizieren mogelijk, waardoor deze in een breder scala aan situaties kan worden gebruikt; zowel civiel als militair. Bijzonder wenselijk is het

3 BE2024/5184 mogelijk maken van brede vizieren, die de drager een breder gezichtsveld geven in vergelijking met CBRN-kappen volgens de stand van de techniek.

Bijzondere uitvoeringsvormen omvatten een tweede barrièrelaag, gemaakt van geactiveerd koolstofweefsel gekoppeld aan een gasdicht textiel, gelegen achter het afdichtingselement, waardoor een extra beschermingslaag tegen verontreinigingen wordt geboden.

In een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een CBRN- beschermingsmiddel omvattende een hoofddeksel volgens het eerste aspect.

In een derde aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het afdichten van de overgang tussen een hoofddeksel voor CBRN-beschermende uitrusting en een ademhalingsmasker of ademmasker, volgens conclusie 14.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

In de context van de onderhavige uitvinding verwijst de term ‘hoofddeksel’ naar een beschermende bedekking voor het hoofd, specifiek ontworpen voor gebruik in CBRN (Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire) beschermingsuitrusting.

Het ‘hoofddeksellichaam’ is het grootste deel van het hoofddeksel, in de vorm van een kap of balaclava om het hoofd te bedekken. De ‘gezichtsveldopening’ is een ruimte in het hoofddeksel die is ontworpen om de rand van een ademhalingsbeschermingsmasker, zoals een gasmasker, te ontvangen en af te dekken.

De term ‘afdichting’ of ‘dichting’, zoals gebruikt volgens de uitvinding, in het bijzonder met betrekking tot het overgangsgebied of het contactvlak tussen de kap enerzijds en het randgebied van een ademhalingsmasker of een maskerlichaam anderzijds, moet zeer ruim worden opgevat binnen de reikwijdte van de onderhavige uitvinding en heeft in het bijzonder betrekking op het voorkomen of althans het duurzaam verminderen van het binnendringen of penetratie van gassen, dampen, aerosolen of vloeistoffen, in het bijzonder giftige of verontreinigende stoffen (gevaarlijke stoffen, agentia voor oorlogsvoering en dergelijke) in het overgangsgebied of contactvlakgebied tussen de kap enerzijds en het ademhalingstoestel anderzijds.

Bovendien moet de term ‘kap’, zoals gebruikt volgens de uitvinding, zeer ruim worden opgevat. In het bijzonder verwijst de term in kwestie naar dergelijke

4 BE2024/5184 hoofddeksels of ontwerpen van de kap die ten minste gedeeltelijk het hoofd bedekken wanneer gedragen of gebruikt waar gepast, de nek kan ook bedekt zijn en, waar gepast, ook gedeeltelijke bedekking van de schouders en, waar gepast, de bovenrug en/of het bovenste borstgebied. Evenzo moet de term ‘balaclava’ zoals gebruikt volgens de uitvinding zeer ruim worden opgevat. Een balaclava (synoniem ook wel ‘bivakmuts’, ‘balaclava’, ‘slipcap’ of iets dergelijks genoemd) is speciaal ontworpen op zo’n manier dat het op zijn minst in hoofdzaak het hele hoofd en de nek bedekt wanneer het wordt gedragen of gebruikt, het gezicht is blootgesteld of niet bedekt.

Het ‘elastische afdichtingselement’ is een onderdeel van het hoofddeksel, dat rondom in het randgebied van de gezichtsveldopening is aangebracht. Volgens de onderhavige uitvinding wordt het gekenmerkt door zijn kleverigheid of plakkerigheid.

Hij wordt daarom ook wel ‘plakkerig afdichtingselement en ‘kleverig afdichtingselement’ genoemd.

Het ‘randgedeelte’ is een deel van het hoofddeksel dat het afdichtingselement aan de buitenzijde althans gedeeltelijk afdekt en/of overlapt, en is voorzien van een omtreksholte waarin een ‘elastisch spankoord’ is ondergebracht met bij elke opening stoppers.

De ‘tweede barrièrelaag’ is een ander onderdeel van het hoofddeksel, gelegen achter het plakkerige elastische afdichtingselement, en is gemaakt van een ‘geactiveerd koolstofweefsel’, dat mogelijk kan worden gekoppeld aan een ‘gasdicht textiel’.

De ‘stoppers’ zijn verstelbare onderdelen die worden gebruikt om de spanning van het elastische spankoord te variëren.

De term ‘permanent plakkerig materiaal’ verwijst naar een duurzame kleverige substantie die het plakkerige elastische afdichtingselement bedekt. Bij voorkeur is het permanent plakkerig materiaal bestand tegen ten minste 10 wasbeurten (ISO 6330-4N-F) en blijft het, ongeopend in de vacuümverpakking, ten minste 10 jaar houdbaar. ‘Plakkerig’ of ‘kleverig’ verwijst naar een materiaal dat hechtende eigenschappen heeft. Deze kunnen worden gemeten door middel van een rollendebalkleverigheidstest [in het Engels: rolling ball tack test].

Met de ‘rollendebalkleverigheidstest’ wordt een maat bedoeld voor de kleverigheid van het elastische afdichtingselement, bepaald volgens ASTM 3121 (2017).

De term ‘drukgevoelige kleefstof” of 'PSA" [in het Engels: ‘pressure sensitive adhesive’ or 'PSA”] verwijst naar een soort kleefstof die een hechting vormt wanneer er druk op wordt uitgeoefend, zonder dat er oplosmiddelen, hitte of water nodig zijn. 5 Eerste aspect

In een aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een duurzame verbinding tussen twee contactvlakken, zoals de kap van een CBRN-pak en een gasmasker. Deze verbinding wordt tot stand gebracht door een plakkerige of kleverige elastische band, bij voorkeur in combinatie met een elastische koord voorzien in een elastische koordtunnel, en bij voorkeur een tweede barrièrelaag, waarbij genoemde tweede barrièrelaag met meer voorkeur actieve koolstof omvat. De plakkerige elastische band, waarvan één zijde is bedekt met een duurzaam, permanent plakkerig materiaal, vormt de initiële afdichting tussen de kap en het masker.

In een uitvoeringsvorm heeft het eerste aspect betrekking op een hoofddeksel voor gebruik in CBRN-beschermende uitrusting, waarbij het hoofddeksel een hoofddeksellichaam heeft dat de vorm heeft van een kap of balaclava voor het bedekken van het hoofd en een gezichtsveldopening voor het ontvangen en bedekken van de rand van een ademhalingsbeschermingsmasker, waarbij het hoofddeksel een elastisch afdichtingselement omvat waarbij het afdichtingselement rondom in het randgebied van de gezichtsveldopening is aangebracht; waarbij het elastische afdichtelement kleverig is. Bij voorkeur omvat het hoofddeksel een randgedeelte dat het afdichtingselement aan de buitenzijde althans gedeeltelijk bedekt en/of overlapt, waarbij het randgedeelte langs de omtrek van het randgedeelte is voorzien van een holte.

Bij voorkeur is de holte voorzien van twee aangrenzende openingen, zodat de holte geschikt is om een elastisch spankoord te bevatten, zodat het randgedeelte gevormd is om tegen het afdichtingselement aan de buitenkant en/of in de richting van de — gezichtsveldopening te drukken en/of aan te spannen, in het bijzonder om daardoor het afdichtingselement in draag- en/of toepassingsstaat tegen het ademmasker te drukken en/of aan te brengen. Bij voorkeur is het elastische koord bij elke opening voorzien van stoppers.

De plakkerige elastische band is ontworpen om zich aan te passen aan de unieke contouren van het gasmasker van de drager, waardoor een persoonlijke pasvorm ontstaat. Dit is vooral voordelig bij gasmaskers met brede vizieren en/of uitstulpingen

6 BE2024/5184 aan de zijkant, omdat de plakkerige elastische band zich kan aanpassen aan deze onregelmatige vormen en een goede afdichting kan behouden. In het geval dat de plakkerige elastische band wordt weggetrokken, kan deze gemakkelijk en zonder vervorming opnieuw aan het masker worden bevestigd, waardoor de doeltreffendheid van de afdichting behouden blijft.

De plakkerige elastische band wordt ondersteund door een elastische koordtunnel, die dezelfde contour volgt. Dit koord wordt onder de kin van de drager getrokken en bij voorkeur verbonden met stoppers om de juiste spanning te behouden. Door het plakkerige elastische band tegen het masker te drukken, zet het koord de afdichting verder vast, waardoor een dubbel afdichtingsmechanisme ontstaat. Deze redundantie verhoogt de betrouwbaarheid van de afdichting en zorgt ervoor dat de drager zelfs in uitdagende omgevingen beschermd blijft.

Plakkerig afdichtingselement

De plakkerige elastische band hecht stevig aan het gasmasker en zorgt voor een goede en stevige afdichting. Het kan echter voorzichtig van het masker worden weggetrokken zonder enige vervorming te veroorzaken, waardoor het gemakkelijk kan worden verwijderd en opnieuw kan worden bevestigd. De plakkerige elastische band vervangt de conventionele elastische band en hecht goed aan het gasmasker.

Wanneer nodig zorgt een lichte trek omhoog voor het verwijderen van het elastiek zonder deze te vervormen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de plakkerige elastische band, die dient als het primaire contactvlak tussen het gasmasker en de kap van het CBRN-pak, bedekt met een permanent plakkerig materiaal. Met meer voorkeur is het permanent plakkerig materiaal een kleefstof gekozen uit de lijst van: kleefstoffen op siliconenbasis, polyurethaankleefstoffen, polyurethaankleefstoffen, kleefstoffen op rubberbasis of mengsels daarvan.

In een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm is, omvat of bevat de plakkerige elastische band, die dient als het primaire contactvlak tussen het gasmasker en de kap van het CBRN-pak, een drukgevoelig kleefstof (PSA). PSA's zijn visco-elastische polymeren die zich bij lichte druk aan oppervlakken hechten. Bij voorkeur wordt de drukgevoelige kleefstof gekozen uit de lijst van: PSA op siliconenbasis, PSA op acrylbasis of PSA op rubberbasis. PSA's bieden een unieke balans tussen kleverigheid, hechting en cohesie. Dit maakt hun omkeerbare applicatie mogelijk, waardoor ze

7 BE2024/5184 herhaaldelijk kunnen worden aangebracht en verwijderd zonder residu achter te laten of hun kleverigheid te verliezen.

In een voorkeursuitvoering wordt het elastische afdichtingselement gekenmerkt door een rollendebalkleverigheidstest-afstand tussen 5 en 30 cm zoals gemeten volgens

ASTM 3121 (2017). Met meer voorkeur is de rollendebalkleverigheidstest-afstand minimaal 3 cm, met meer voorkeur minimaal 5 cm, met meer voorkeur minimaal 7 cm, met meer voorkeur minimaal 8 cm, met meer voorkeur minimaal 9 cm, met meer voorkeur minimaal 10 cm, met meer voorkeur minimaal 11 cm, met meer voorkeur minimaal 12 cm, met meer voorkeur minimaal 13 cm, met meer voorkeur minimaal 14 cm, met meer voorkeur minimaal 15 cm. In een voorkeursuitvoeringsvorm bedraagt de rollendebalkleverigheidstest-afstand maximaal 30 cm, met meer voorkeur maximaal 25 cm, met meer voorkeur maximaal 22 cm, met meer voorkeur maximaal 20 cm, met meer voorkeur maximaal 19 cm, met meer voorkeur maximaal 18 cm, met meer voorkeur maximaal 17 cm, met meer voorkeur maximaal 16 cm, met meer voorkeur maximaal 15 cm. Deze kleverigheidswaarden zorgen voor een optimale balans die geschikt is voor omkeerbare hechting en voldoende bescherming biedt bij gebruik van brede of onregelmatig gevormde vizieren.

Het liefst wordt het plakkerige afdichtingselement geleverd in een vacuümverpakking en/of afgesloten vóór het eerste gebruik. Het kan worden afgedicht door een afdichtingsbarrière aan te brengen, die vóór het eerste gebruik kan worden afgepeld.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het plakkerig afdichtingselement ontworpen om gemakkelijk vervangbaar te zijn, waardoor het in stand houden en onderhoud van het beschermende geheel mogelijk wordt gemaakt zonder de beschermende eigenschappen ervan in gevaar te brengen. Deze functie verbetert de levensduur en bruikbaarheid van het beschermende geheel, waardoor het een praktische en kosteneffectieve oplossing wordt voor bescherming tegen gevaarlijke stoffen.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm kan het plakkerig afdichtingselement in stand worden gehouden door daarop een kleverig makend middel [in het Engels: tackifier] of hechtende coating aan te brengen. Dit kan worden bereikt door eerst het afdichtingselement te verwijderen en dit afdichtingselement (gedeeltelijk) in een coatingbad te dompelen. Als alternatief kan een kleverig makend middel worden aangebracht terwijl het afdichtingselement op zijn plaats zit. Door het aanbrengen

8 BE2024/5184 van een kleverig makend middel kan een hoge kleverigheid of plakkerigheid gedurende de hele levensduur van het hoofddeksel worden gehandhaafd. Dit verbetert de levensduur en bruikbaarheid van het beschermende geheel.

Dit afdichtingselement is bij voorkeur bekleed met een permanent plakkerig materiaal, dat bestand kan zijn tegen wassen en veroudering. Het plakkerig materiaal is bij voorkeur ontworpen om zijn hechtende eigenschappen te behouden, zelfs na meerdere wasbeurten, zodat de afdichting na verloop van tijd stevig blijft zitten. Het plakkerig materiaal kan bestand zijn tegen minstens 10 keer wassen, met meer voorkeur minstens 20 keer, met meer voorkeur minstens 30 keer, met de meeste voorkeur minstens 40 keer. Het plakkerig materiaal is bij voorkeur ten minste 10 jaar houdbaar wanneer het ongeopend is in de vacuümverpakking, met meer voorkeur ten minste 20 jaar, met meer voorkeur ten minste 30 jaar, met de meeste voorkeur ten minste 40 jaar, indien gewassen in overeenstemming met ISO 6330-4N-F- normen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het plakkerige elastische afdichtingselement ontworpen om ten minste tien keer wassen te doorstaan en ten minste tien jaar houdbaar te blijven wanneer het ongeopend in de vacuümverpakking wordt bewaard.

Deze functie zorgt voor langdurige functionaliteit en een lange levensduur van het product en biedt een betrouwbare, duurzame oplossing voor beschermende kleding.

Het plakkerige elastische afdichtingselement heeft bij voorkeur betrekking op de verbinding tussen de kap van het CBRN-pak en het gasmasker, en vormt een cruciaal onderdeel van het beschermende geheel.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt het plakkerige elastische afdichtingselement ondersteund door een daarboven liggende elastische koordtunnel. De elastische koordtunnel is bij voorkeur gemaakt van de buitenstof van het pak en volgt bij voorkeur dezelfde contouren als het plakkerige elastische afdichtingselement. Dit — ontwerpkenmerk kan extra veiligheid en ondersteuning bieden aan de afdichting, waardoor deze op zijn plaats blijft, zelfs tijdens beweging of spanning. De elastische koordtunnel kan ook het comfort en de pasvorm van het beschermende geheel verbeteren, waardoor het risico op gaten of lekkages wordt verminderd.

Bovendien behoudt het plakkerig materiaal, wanneer het ongeopend is in de vacuümverpakking, bij voorkeur zijn eigenschappen gedurende minimaal 10 jaar, met meer voorkeur 15 jaar, met de meeste voorkeur 20 jaar. Deze plakkerige

9 BE2024/5184 elastische band vervangt de conventionele elastische band die wordt gebruikt in

CBRN-pakken en zorgt voor een superieure afdichting door zich aan de contactvlak van het gasmasker te hechten. De band kan eenvoudig worden verwijderd zonder vervorming door een lichte optrekkracht uit te oefenen.

In het algemeen kan het plakkerig afdichtingselement, gebaseerd op zijn initiële lengte, een relatieve elastische rekbaarheid hebben van tenminste 25%, in het bijzonder tenminste 35%, bij voorkeur tenminste 55%, bij voorkeur tenminste 75%, met bijzondere voorkeur tenminste 90% of meer.

Bovendien kan het plakkerig afdichtingselement een rekmodulus, in het bijzonder een extensiemodulus, in het bijzonder bij 25°C, hebben van maximaal 5*10"8 N/m2, in het bijzonder maximaal 5*10%7 N/m2, bij voorkeur maximaal 5*10%6 N/m2, bij voorkeur maximaal 10%6 N/m2. In het bijzonder kan het afdichtingselement een rekmodulus hebben, in het bijzonder een extensiemodulus, in het bijzonder bij 25°C, in het bereik van 10%6 N/m2 tot 5*107%8 N/m2, in het bijzonder in het bereik van 2,5*1076 N/m? tot 1078 N/m2, bij voorkeur in het bereik van 5*10%6 N/m2 tot 1077 N/m2.

De elasticiteitseigenschappen van de gebruikte materialen of componenten, zoals in het bijzonder het afdichtingselement 4 (maar ook het trekelement 6), kunnen doorgaans afhankelijk van het onderliggende materiaal en de eigenschappen ervan worden bepaald, bijvoorbeeld volgens DIN EN ISO 527, in specifiek DIN EN ISO 527- 2:2012 (bijv. met behulp van een proefstuk met een breedte van 15 mm met een klemlengte van 50 mm en een testsnelheid van 50 mm/min), of bijvoorbeeld volgens

DIN 53835, in het bijzonder DIN 53835-2:1981.

Tweede barrièrelaag

In een voorkeursuitvoeringsvorm bevindt zich achter de plakkerige elastische band een tweede barrièrelaag. Met meer voorkeur omvat de tweede barrièrelaag actieve kool.

Met de meeste voorkeur is de tweede barrièrelaag een geactiveerd koolstofweefsel.

Deze stof, die bij voorkeur dezelfde is als die van het CBRN-pak, is gekoppeld aan een gasdicht textiel, zoals een PUR-gecoate stof. Deze laag vormt een extra barrière tegen gevaarlijke dampen en blokkeert deze in het geval dat ze de plakkerige elastische band en de koordtunnel binnendringen. Deze drielaagse benadering van

10 BE2024/5184 afdichting zorgt voor een hoog beschermingsniveau voor de drager, waardoor het risico op het binnendringen van gevaarlijke materialen aanzienlijk wordt verminderd.

De plakkerige elastische band, de elastische koordtunnel en de actieve koolbarrièrelaag zorgen in combinatie voor een zeer effectieve en duurzame afdichting. De persoonlijke pasvorm die wordt geboden door de plakkerige elastische band, samen met de redundantie van het dubbele afdichtingsmechanisme, verhoogt de betrouwbaarheid van de afdichting. Bovendien maakt de lange levensduur van het plakkerig materiaal deze uitvinding op de lange termijn een kosteneffectieve oplossing. Daarom vertegenwoordigt de onderhavige uitvinding een vooruitgang op het gebied van persoonlijke beschermingsmiddelen, vooral in de context van CBRN- pakken en gasmaskers.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de uitvinding een geactiveerde koolstofweefsellaag, die een verhoogde bescherming biedt tegen het binnendringen van gevaarlijke verontreinigingen. Deze laag fungeert als een tweede veiligheidsmaatregel om de doorgang van schadelijke stoffen te blokkeren, waardoor de drager een grotere betrouwbaarheid krijgt. Het wordt bij voorkeur achter de plakkerige elastische band in de kap van het CBRN-pak geplaatst. Deze geactiveerde koolstofweefsellaag kan betrekking hebben op dezelfde stof die op het pak wordt gebruikt, en is bij voorkeur gekoppeld aan een gasdicht textiel, zoals een met PUR gecoate stof. Deze combinatie van materialen is zeer effectief in het voorkomen van het binnendringen van gevaarlijke dampen, zelfs in het geval van een breuk in de plakkerige elastische bandafdichting.

In deze voorkeursuitvoeringsvorm dient de geactiveerde koolstofweefsellaag een tweeledig doel. Ten eerste fungeert het als een extra barrière tegen gevaarlijke stoffen, waardoor de beschermende eigenschappen van het CBRN-pak worden versterkt. Ten tweede, als enig onderdeel van het en back-upveiligheidsmaatregel biedt voor het geval de plakkerige elastische band er niet in slaagt een goede afdichting met het gasmasker te behouden. De geactiveerde koolstofweefsellaag is ontworpen om dezelfde contouren te bedekken als de plakkerige elastische band, waardoor een uitgebreide dekking van het contactvlak tussen de kap en het masker wordt gegarandeerd. Deze opstelling is bijzonder voordelig in situaties waarin het gasmasker onregelmatige contouren of uitstulpingen heeft, zoals die welke zijn ontworpen om plaats te bieden aan brede vizieren.

11 BE2024/5184

De plakkerige elastische band en de elastische koordtunnel zijn de belangrijkste middelen om een afdichting tussen de kap en het masker te garanderen. In een voorkeursuitvoeringsvorm biedt de geactiveerde koolstofweefsellaag echter een extra beschermingsniveau. Deze laag wordt bij voorkeur in de kap gestikt, waardoor een robuuste en duurzame oplossing ontstaat. In het geval van een breuk in de plakkerige elastische bandafdichting is de geactiveerde koolstofweefsellaag ontworpen om de doorgang van gevaarlijke stoffen te blokkeren, waardoor de veiligheid van de drager wordt gegarandeerd. Deze extra beschermingslaag is vooral nuttig in omgevingen met een hoog risico, waar de kans op blootstelling aan gevaarlijke stoffen groot is.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het beschermingspak een extra beschermingslaag bestaande uit een geactiveerd koolstofweefsel gekoppeld aan een gasdicht textiel. Deze extra beschermingslaag dient om het binnendringen van gevaarlijke dampen te voorkomen, waardoor de veiligheid van de drager wordt vergroot. Deze bevindt zich bij voorkeur achter de plakkerige elastische band en fungeert als een secundaire barrière in het geval dat de plakkerige band en de koordtunnel er niet in slagen een voldoende afdichting te verschaffen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het hoofddeksellichaam de vorm van een kap of balaclava en is geschikt voor hoofdbedekking. Het hoofddeksellichaam omvat bij voorkeur een gasdicht textiel, bij voorkeur een polyurethaan (PUR) weefsel of met polyurethaan (PUR) gecoat weefsel. Dergelijke stoffen zijn zeer geschikt vanwege hun weerstand tegen gassen en vloeistoffen, terwijl ze voldoende flexibiliteit behouden om de drager comfort te bieden. In een verdere voorkeursuitvoering omvat het randgedeelte dat het plakkerig afdichtingselement althans gedeeltelijk overlapt of afdekt, hetzelfde gasdichte textiel, bij voorkeur een polyurethaan (PUR) weefsel of een met polyurethaan (PUR) gecoat weefsel. Dit randgedeelte vormt een verdere bescherming tegen vloeibare en gasvormige chemicaliën; en beschermt ook het plakkerig afdichtingselement zelf. Bescherming van het plakkerig afdichtingselement tegen chemicaliën en gassen is wenselijk om het binnendringen van chemicaliën door de afdichting zelf te voorkomen; en zorgt er ook voor dat het plakkerig afdichtingselement zowel zijn elasticiteit als zijn kleverigheid behoudt, die essentieel zijn voor het verschaffen van een adequate afdichting tussen het hoofddeksel en een — ademhalingsmasker.

12 BE2024/5184

In een uitvoeringsvorm die meer de voorkeur heeft, wordt het geactiveerd koolstofweefsel gekoppeld aan het gasdichte textiel met behulp van een geschikte werkwijze zoals naaien, lijmen of dergelijke. De koppelingsmethode is gekozen om een stevige verbinding tussen de twee materialen te garanderen, waardoor de algehele duurzaamheid en effectiviteit van de extra beschermingslaag wordt verbeterd.

Het ‘geactiveerde koolstofweefsel’ is een vlak materiaal dat een adsorptiemiddel omvat, heeft of ermee is uitgerust dat chemische vergiften en/of agentia voor oorlogsvoering absorbeert, in het bijzonder een materiaal op basis van geactiveerde koolstof, bij voorkeur in de vorm van geactiveerde koolstofdeeltjes in sferische vorm ("sferische koolstof’), een weefsel geïmpregneerd met geactiveerd koolstofpoeder of korrelige koolstof ("korrelige koolstof’ of ‘geïmpregneerde korrelige koolstof’) of een doek van actieve koolstofvezel (‘actieve-koolvezels’ of ‘geactiveerd koolstofdoek").

Elk van deze zal in meer detail worden beschreven.

Sferische koolstof

In een uitvoeringsvorm kan het geactiveerd koolstofweefsel bij voorkeur een weefsel zijn dat is voorzien van sferische geactiveerde koolstofparels. Sferische geactiveerde koolstofparels zijn voordelig omdat ze zeer duurzaam en wasbaar zijn en tegelijkertijd de hoogste mate van adsorptieve bescherming bieden. Ze hebben echter een relatief hoog gewicht en een beperkt thermisch comfort in vergelijking met lichtere alternatieven zoals actieve-koolvezels. Deze stoffen zijn vooral wenselijk in koude omgevingen en/of klimaten, waar hittestress minder waarschijnlijk is.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het voordelig als de gemiddelde diameter van de adsorberende deeltjes, in het bijzonder de geactiveerde koolstofdeeltjes, 0,01 tot 2 mm bedraagt, bij voorkeur 0,05 tot 1 mm, bij voorkeur 0,1 tot 0,5 mm.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het bovendien voordelig wanneer de adsorberende deeltjes, in het bijzonder de sferische geactiveerde koolstofdeeltjes, worden toegepast in een hoeveelheid in het bereik van 40 tot 250 9/m2, in het bijzonder 50 tot 180 g/m?, bij voorkeur 55 tot 130 g/m2. Bij voorkeur wordt minimaal 40 g/m? actieve kool verschaft, met meer voorkeur minimaal 50 g/m?, eventueel minimaal 60 g/m? of 70 g/m2, zelfs minimaal 100 g/m? actieve kool.

13 BE2024/5184

In een voorkeursuitvoeringsvorm kan de actieve kool worden verkregen door carbonisatie en daaropvolgende activering van een synthetisch en/of niet-natuurlijk materiaal gebaseerd uitgangsmateriaal, in het bijzonder op basis van organische polymeren. Volgens de uitvinding kan de actieve kool worden verkregen uit een uitgangsmateriaal op basis van organische polymeren, in het bijzonder op basis van gesulfoneerde organische polymeren, bij voorkeur op basis van divinylbenzeen- vernet polystyreen, bij voorkeur op basis van styreen/divinylbenzeen-copolymeren, in het bijzonder door carbonisatie en daaropvolgende activatie van het uitgangsmateriaal. In dit verband kan het gehalte aan divinylbenzeen in het uitgangsmateriaal variëren van 1 tot 20 gew.%, in het bijzonder van 1 tot 15 gew.%, bij voorkeur van 1,5 tot 12 gew.%. 5 gew.%, bij voorkeur 2 gew.% tot 10 gew.%, gebaseerd op het uitgangsmateriaal. Bovendien kan in deze context als uitgangsmateriaal een ionenuitwisselingshars worden gebruikt, in het bijzonder een gesulfoneerde ionenuitwisselingshars en/of een hars die sulfonzuurgroepen bevat, in het bijzonder van het geltype.

In dit opzicht kan de actieve kool een op polymeren gebaseerde sferische actieve kool zijn (PBSAC; op polymeren gebaseerde sferische actieve kool).

Wat de deeltjesgroottes van de adsorberende deeltjes betreft, kunnen deze in het bijzonder worden bepaald op basis van de werkwijze volgens ASTM D2862-97/04.

Bovendien kunnen de bovengenoemde deeltjesgroottes worden bepaald met behulp van bepalingsmethoden op basis van zeefanalyse, röntgendiffractie, laserdiffractometrie of dergelijke. De respectievelijke bepalingsmethoden zijn als zodanig welbekend bij de vakman.

Met korrelige actieve kool geïmpregneerde stof

In een uitvoeringsvorm kan het geactiveerd koolstofweefsel bij voorkeur een met korrelige actieve kool geïmpregneerde stof zijn.

Met korrelige actieve kool geïmpregneerde stoffen zijn een ideaal mengsel in termen van adsorberende bescherming, duurzaamheid en wasbaarheid, gewicht en thermisch comfort. Deze stoffen zijn minder warm en beter ademend, maar ook minder duurzaam en adsorberend in vergelijking met sferische actieve koolalternatieven. Daarom zijn deze stoffen bijzonder nuttig voor omgevingen die minder veeleisend zijn, of in gematigde klimaatomstandigheden waar hittestress een probleem wordt.

14 BE2024/5184

Met korrelige actieve kool geïmpregneerde stoffen worden doorgaans geproduceerd door impregneren, bijvoorbeeld door opvulling, spuitcoating of schuimapplicatie, van een basisstof met korrelige actieve kool.

De korrelvormige actieve kool bestaat doorgaans uit onregelmatig gevormde deeltjes met afmetingen in het bereik van 0,05 tot 5 mm, met meer voorkeur in het bereik van 0,1 tot 3 mm, met meer voorkeur in het bereik van 0,1 tot 1 mm, met de meeste voorkeur in het bereik van 0,1 tot 0,5 mm. Kleinere deeltjesgroottes zijn wenselijk voor gebruik in stoffen, om de dikte van de stof te beperken en optimale flexibiliteit en draagcomfort te garanderen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het bovendien voordelig wanneer de adsorberende deeltjes, in het bijzonder de korrelige geactiveerde koolstofdeeltjes, worden toegepast in een hoeveelheid in het bereik van 40 tot 250 9/m2, in het bijzonder 50 tot 180 g/m?, bij voorkeur 55 tot 130 g/m2. Bij voorkeur wordt minimaal 40 g/m? actieve kool verschaft, met meer voorkeur minimaal 50 g/m?, eventueel minimaal 60 g/m? of 70 g/m2, zelfs minimaal 100 g/m? actieve kool.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het met korrelige actieve kool geïmpregneerde stof een dragerlaag, geïmpregneerd met lijm of een kleefstof om korrelige geactiveerde koolstofdeeltjes vast te houden, evenals optionele beschermende lagen zoals een non-woven afdekking. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het met korrelige actieve kool geïmpregneerde stof een totaal oppervlaktegewicht tussen 50 en 500 g/m?, met meer voorkeur tussen 100 en 400 g/m?, met meer voorkeur tussen 150 en 350 g/m?, met meer voorkeur tussen 200 g/m? en 300 g/m?, met de meeste voorkeur tussen 250 en 300 g/m2.

Voldoende hoge oppervlaktegewichten zijn nodig om voldoende stevigheid te garanderen; lijm en absorberend materiaal wordt overal voorzien en blijft overal ook zitten, gedurende de gehele gebruiksduur van de materialen.

Actieve-koolvezels

In een uitvoeringsvorm kan het geactiveerd koolstofweefsel bij voorkeur een geactiveerd koolstofdoek zijn, omvattende actieve-koolvezels.

Geactiveerde koolstofdoeken zijn zeer lichtgewicht materialen, die zowel maximaal thermisch comfort als flexibiliteit bieden. Omdat deze echter gecarboniseerde vezels omvatten, is de duurzaamheid en wasbaarheid van deze stoffen lager dan die van geactiveerd koolstofweefsels waarbij gebruik wordt gemaakt van korrels of deeltjes.

15 BE2024/5184

Geactiveerd koolstofdoeken worden geproduceerd door eerst vezels te maken, bij voorkeur polyacrylonitril (PAN) vezels vanwege hun hoge koolstofgehalte en gewenste eigenschappen, die vervolgens worden gecarboniseerd om zeer poreuze, gecarboniseerde vezels te creëren door de PAN-vezels tot een hoge temperatuur (d.w.z. 600 tot 2000°C) te verwarmen in een inerte omgeving.

In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de vezels voorafgaand aan de carbonisatie gestabiliseerd door een warmtebehandeling in lucht bij een temperatuur tussen 200 en 300°C. Deze stap verbetert de dimensionele stabiliteit van de vezels, wat de duurzaamheid na carbonisatie verbetert.

In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de vezels geactiveerd. Door activatie wordt typisch wat koolstofhoudend materiaal uit de vezels verwijderd, waardoor de porositeit daarvan verder wordt verbeterd. De verbeterde porositeit resulteert in een toename van de adsorberende bescherming die wordt geboden door het actieve koolstofweefsel.

Activering kan worden bereikt door een warmtebehandeling volgend op de carbonisatie in aanwezigheid van kooldioxide of stoom, bij temperaturen tussen 800 en 1000°C.

Activering kan ook worden bereikt door het opnemen van dehydraterende middelen tijdens of kort na de carbonisatie. Dehydraterende middelen die de voorkeur hebben omvatten: fosforzuur, zinkchloride of kaliumhydroxide. Bij gebruik van dehydratatiemiddelen zijn hoge temperaturen niet vereist.

In een voorkeursuitvoering is het geactiveerd koolstofdoek voorzien van beschermende lagen, zoals een non-woven afdekking. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het geactiveerd koolstofdoek een totaal — oppervlaktegewicht tussen 50 en 500 g/m?, met meer voorkeur tussen 50 en 400 g/m?, met meer voorkeur tussen 50 en 200 g/m?, met meer voorkeur tussen 50 g/m? en 150 g/m?, met de meeste voorkeur tussen 100 en 150 g/m2. Het gebruik van actieve-koolvezels maakt de productie mogelijk van veel lichtere geactiveerde koolstof textielen, die nog steeds voldoende bescherming bieden.

Het gewicht van de actieve kool in de geactiveerd koolstofdoek is bij voorkeur minstens 40 g/m?, met meer voorkeur minstens 50 g/m?, met meer voorkeur

16 BE2024/5184 minstens 60 g/m2, met meer voorkeur minstens 70 g/m?, met de meeste voorkeur minstens 80 g/m2.

Elastische koord

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een instelbaar spanmechanisme in het hoofddeksel, dat variaties in de afdichtingseffectiviteit mogelijk maakt. Dit mechanisme is bij voorkeur afgestemd op de afmetingen en het comfort van de individuele drager, waardoor een ideale afdichting tegen verontreinigingen en een effectieve beschermende functie van de uitrusting wordt gegarandeerd.

Het elastische koord kan gemaakt zijn van materialen zoals polyester, polyamide, elastaan of mengsels daarvan. In de meest geprefereerde uitvoeringsvorm is het elastische koord een mengsel van polyamide en elastaan in de kettingrichting en polyester in de inslagrichting. De kettingrichting wordt gebruikt om elasticiteit aan het elastische koord te verschaffen voor het spannen daarvan.

Met meer voorkeur omvat het verstelbare spanmechanisme een elastisch spankoord.

Dit koord is in een voorkeursuitvoering ontworpen om de contouren van het hoofd en gezicht van de drager te volgen, waardoor een pasvorm op maat wordt verkregen.

Het koord kan worden aangepast om de spanning te verhogen of te verlagen, waardoor de afdichtingseffectiviteit van het hoofddeksel tegen het gezicht van de drager wordt aangepast. Deze verstelbaarheid zorgt voor een comfortabelere pasvorm, waardoor de kans op ongemak of vermoeidheid bij langdurig gebruik wordt verminderd.

Het elastische spankoord is bij voorkeur ondergebracht in een koordtunnel, die gevormd is uit de buitenstof van het hoofddeksel. De koordtunnel is ontworpen om dezelfde contouren te volgen als het elastische spankoord, waardoor de afdichtingseffectiviteit verder wordt verbeterd. In een voorkeursuitvoering is de koordtunnel bovendien verstelbaar, waardoor de pasvorm verder kan worden aangepast.

In een verdere voorkeursuitvoering is het elastische spankoord bij voorkeur verbonden met stoppers. De stoppers zijn ontworpen om de spanning van het koord te behouden nadat het is aangepast, zodat de afdichting na verloop van tijd effectief blijft. De stoppers kunnen worden aangepast om de spanning van het koord te verhogen of te verlagen, waardoor nog meer maatwerk mogelijk wordt.

17 BE2024/5184

Het verstelbare spanmechanisme is, met meer voorkeur, ontworpen om te werken in combinatie met een plakkerige elastische band. De plakkerige elastische band is ontworpen om aan het gezicht van de drager te hechten, wat zorgt voor een extra laag afdichtingseffectiviteit. De plakkerige elastische band is, in een voorkeursuitvoeringsvorm, duurzaam en bestand tegen wassen, waardoor deze ook na verloop van tijd effectief blijft.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het verstelbare spanmechanisme ontworpen om samen te werken met een tweede barrièrelaag. De tweede barrièrelaag is gemaakt van geactiveerd koolstofweefsel, dat op hetzelfde pak wordt gebruikt en is gekoppeld aan een gasdicht textiel. Deze laag dient als extra barrière om het binnendringen van gevaarlijke dampen te blokkeren, waardoor een extra beschermingsniveau wordt geboden.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt een elastisch koord in een tunnel geplaatst die is gemaakt van de buitenstof van het pak, waarbij precies dezelfde contouren worden gevolgd als de plakkerige elastische band. Dit elastische koord wordt onder de kin getrokken en is verbonden met stoppers die de juiste spanning behouden. Na het trekken aan het koord, drukt het de plakkerige elastische band over het gasmasker en zorgt het voor de afdichting. Het elastische koord kan een diameter hebben tussen 1 en 5 mm, bij voorkeur tussen 1 en 4 mm, met meer voorkeur tussen 1 en 3 mm, met meer voorkeur tussen 1 en 1,5 mm, met de meeste voorkeur rond 1,25 mm.

Het elastische koord heeft bij voorkeur een gewicht tussen 1 en 3 kg/100 m, met meer voorkeur tussen 1 en 2,5 kg/100 m.

In een voorkeursuitvoeringsvorm maakt de huidige innovatie een duurzame verbinding mogelijk tussen twee contactvlakken, met name een kap van een CBRN- pak en een gasmasker, via een plakkerige elastische band ondersteund door een elastische koordtunnel en een tweede actieve koolbarrièrelaag. De plakkerige elastische band, bij voorkeur gecoat met een permanent plakkerig materiaal, biedt een langere wasduurzaamheid en houdbaarheid, wat in de loop van de tijd bijdraagt aan de kostenefficiëntie. Het materiaal is ontworpen om ten minste 10 wasbeurten te doorstaan, met meer voorkeur 20 wasbeurten en met de meeste voorkeur 30 wasbeurten volgens de ISO 6330-4N-F-normen. De houdbaarheid van de ongeopende, vacuümverpakte plakkerige elastische band is bij voorkeur ten minste 10 jaar, met meer voorkeur 15 jaar en met de meeste voorkeur 20 jaar.

18 BE2024/5184

De plakkerige elastische band wordt ondersteund door een elastische koordtunnel, een ander cruciaal element van deze uitvinding. Deze tunnel is gemaakt van dezelfde buitenstof als het CBRN-pak en volgt exact de contouren van de plakkerige elastische band. In de tunnel wordt een elastische koord geplaatst, dat onder de kin wordt getrokken en verbonden met stoppers die de juiste spanning behouden. Wanneer aan het koord wordt getrokken, oefent het druk uit op de plakkerige elastische band, waardoor deze tegen het gasmasker wordt gedrukt en de afdichting wordt versterkt.

De stoppers kunnen worden aangepast om verschillende spanningsniveaus te bereiken, wat flexibiliteit en aanpassingsvermogen biedt aan verschillende gebruikersbehoeften en gasmaskerontwerpen.

Hoofddeksellichaam

Het hoofddeksellichaam is bij voorkeur gemaakt van een gelaagd textielmateriaal.

Met meer voorkeur voldoet het gelaagde textielmateriaal aan de militaire vereisten, zoals de NAVO-vereisten (AEP38 en AEP 85 ‘low burden’). Met een gelaagd textielmateriaal wordt een combinatie van lagen textielmateriaal bedoeld, waarbij de lagen bovenop elkaar zijn aangebracht. De lagen textielmateriaal kunnen geheel of gedeeltelijk aan elkaar zijn gelamineerd. De buitenlaag is bij voorkeur een water- en olieafstotende textiellaag, gewoonlijk om bescherming te bieden tegen agentia voor chemische oorlogsvoering in vloeibare vorm, en voorzien van passende IR-reflectie.

Het buitenoppervlak van de buitenlaag is doorgaans voorzien van een camouflageprint, die is aangepast aan de omgeving waarin het pak moet worden gebruikt, zoals Noord-Duitse laagvlakten, dorre velden, besneeuwde velden, enz. De buitenlaag kan vlamvertragend zijn. Deze buitenlaag kan bijvoorbeeld worden verschaft uit katoen, een mengsel van polyester en katoen of een mengsel van polyamide en katoen. Deze buitenlaag kan een oppervlaktegewicht hebben in het bereik van 130 g/m? tot 400 g/m2, zoals in het bereik van 150 g/m? tot 260 g/m?, bijvoorbeeld in het bereik van 170 g/m? tot 230 g/m2.

Het gelaagde textielmateriaal kan een luchtdoorlaatbaarheid hebben van minder dan 750 1/m2s bij 100Pa, bijv. minder dan 650 I/m2s bij 100Pa, minder dan 500 1/m2s bij 100Pa, minder dan 400 I/m2s bij 100Pa, bijv. in het bereik van 70 tot 200 |/m2s, zelfs in het bereik van 70 tot 100 I/m2s. Deze luchtdoorlaatbaarheid kan belangrijk zijn om te voldoen aan de criteria voor bescherming tegen gasvormige agentia voor oorlogsvoering, bijvoorbeeld AEP 38 of AEP 85.

19 BE2024/5184

Onder de buitenlaag kunnen één of meer tussenlagen worden aangebracht. Als voorbeeld kan een tussenlaag om bescherming te bieden tegen aerosolagentia voor oorlogsvoering en/of een tussenlaag omvattende actieve kool worden verschaft. Een tussenlaag die actieve kool omvat, kan agentia voor oorlogsvoering neutraliseren die door de voorgaande lagen zijn gepasseerd, en kan een laag zijn die geactiveerd koolstofpoeder, actieve-koolbolletjes of zelfs actieve-koolvezels en/of -filamenten omvat. Bij voorkeur wordt minimaal 50g/m? actieve kool voorzien, eventueel minimaal 60g/m2 of 70g/m2, zelfs minimaal 100g/m2. Onder deze tussenlaag of tussenlagen kan een voering zijn aangebracht om het comfort voor de drager te verbeteren.

Als louter voorbeeld: een gelaagd textielmateriaal dat een buitenlaag omvat met een oppervlaktegewicht in het bereik van 170 tot 220 g/m2, bijv. ongeveer 175 g/m?, waarbij de buitenlaag is voorzien van een lijmlaag, bijv. ongeveer 40 g/m? lijm, waarin een tussenlaag omvattende of zelfs bestaande uit actieve kool is voorzien, bijvoorbeeld een laag die een hoeveelheid actieve kool omvat in het bereik van 80 tot 120 g/m2.

Tweede aspect

Ineen aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een beschermend geheel omvattende een kap en een gasmasker. De verbinding tussen de kap en het gasmasker is van cruciaal belang om de veiligheid van de drager in gevaarlijke omgevingen te garanderen. De uitvinding vergroot mogelijk het vertrouwen van de drager in het vermogen van de beschermende uitrusting om een duurzame afdichting te creëren, waardoor vervolgens hun veiligheid wordt vergroot en daardoor hun prestaties en welzijn in gevaarlijke omstandigheden worden verbeterd. De plakkerige elastische band is flexibel en past zich aan de contouren van verschillende gasmaskers aan, waardoor de effectiviteit van de afdichting wordt gegarandeerd, ongeacht het contactvlak van het masker. Dit aanpassingsvermogen aan verschillende contactvlakken garandeert betrouwbare bescherming onder verschillende omstandigheden. Door te zorgen voor een veilige en stevige afdichting tussen de kap en het gasmasker en door extra beschermende lagen te bieden, kunnen gebruikers zich meer concentreren op hun taken in vijandige omgevingen, waardoor de algehele prestaties en effectiviteit worden verbeterd.

20 BE2024/5184

Derde aspect

In een aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het afdichten van de overgang tussen een hoofddeksel voor CBRN-beschermende uitrusting volgens een der voorgaande conclusies, en een ademmasker, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het plaatsen van het ademmasker aan de binnenzijde van het randgebied van de gezichtsveldopening, het aanspannen van het elastische spankoord, waardoor het randgebied van de gezichtsveldopening op het ademmasker wordt gedrukt; en het uitwendig naar beneden drukken langs de omtrek langs het randgebied van de gezichtsveldopening, waardoor hechting tussen het kleverige elastisch afdichtingselement en het ademmasker wordt verzekerd.

Door het uitwendig naar beneden drukken langs de omtrek langs het randgebied van de gezichtsveldopening, wordt de hechting tussen het kleverige elastische afdichtingselement en het ademmasker verzekerd.

Dit is in het bijzonder wenselijk wanneer het kleverige of plakkerige afdichtingselement een drukgevoelig kleefstof is. In het algemeen zal spanning op het elastische koord druk uitoefenen op het afdichtingselement. Bij brede of specifieke viziervormen kunnen er echter uitstulpingen of gaten ontstaan waar het afdichtingselement onvoldoende op het vizier wordt gedrukt. Door langs de omtrek naar beneden te drukken ontstaat er druk die contact tussen de afdichting en het ademhalingsmasker garandeert; en in het geval van drukgevoelige kleefstoffen activeert het de hechting van het materiaal. Dit zorgt ervoor dat er geen gaten bestaan en garandeert de veiligheid van de drager.

VOORBEELDEN EN/OF BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De onderhavige uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden. De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de gegeven voorbeelden of tot de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen.

Voorbeeld 1

Er werd een CBRN-beschermingspak gemaakt met een kap waarin het kleverige elastische afdichtingselement was verwerkt, zoals beschreven in de onderhavige uitvinding. Het kleverige elastische afdichtingselement had een rollendebalkleverigheidstest-afstand van 15,4 cm, gemeten volgens ASTM 3121.

21 BE2024/5184

Deze kap werd getest met diverse gasmaskers met verschillende vizieren, waaronder brede vizieren.

De gasmaskers werden aangebracht door het gasmasker in de gezichtsveldopening van de kap te plaatsen, het elastische koord aan te spannen en vervolgens de rand van de kap van buitenaf op de kleverige elastische afdichting te drukken; in een omtreksbeweging beginnend bij de eerste stopper nabij de kin en doorlopend langs de omtrek rond de rand van de kap totdat de aangrenzende stopper werd bereikt.

Het afdichtingselement paste zich aan de contouren van de verschillende maskers aan, waardoor een effectieve afdichting werd gegarandeerd en de adaptieve afdichtingseffectiviteit van de uitvinding werd gedemonstreerd. Bij alle tests bleef de afdichting minimaal 1 uur intact.

Vergelijkend voorbeeld 2

Er werd een CBRN-beschermingspak gemaakt met een kap waarin een gewone rubberen elastische afdichting met trekkoord was verwerkt. Deze kap werd getest met diverse gasmaskers met verschillende vizieren, waaronder brede vizieren. Bij meerdere vizieren werden gaten aangetroffen tussen de afdichting en de gasmaskers, ongeacht de strakheid van het spankoord. Zelfs wanneer de afdichting extern werd aangedrukt, bleef deze niet in contact nadat de druk was opgeheven.

Deze vizieren konden niet veilig worden gebruikt in combinatie met dit kap- en afdichtingsontwerp.

Voorbeeld 3

Het CBRN-beschermingspak uit voorbeeld 1 werd getest op duurzaamheid door het 10 keer te wassen volgens ISO 6330-4N-F. Het afdichtingselement behield zijn kleverigheid en elasticiteit na het wassen. Het testprotocol uit voorbeeld 1 werd herhaald, met dezelfde vizieren als in voorbeelden 1 en 2. Bij alle tests bleef de afdichting minimaal 1 uur intact.

Er wordt verondersteld dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot enige vorm van realisatie zoals die eerder beschreven is en dat enkele modificaties toegevoegd kunnen worden aan het gepresenteerde voorbeeld van vervaardiging zonder heroverweging van de bijgevoegde conclusies. De onderhavige uitvinding is bijvoorbeeld beschreven onder verwijzing naar CBRN-beschermingspakken, maar het is duidelijk dat de uitvinding kan worden toegepast op andere typen beschermende uitrusting, bijvoorbeeld of op medische beschermingspakken.

22 BE2024/5184

Het is duidelijk dat de werkwijze volgens de uitvinding en zijn toepassingen niet beperkt zijn tot de gepresenteerde voorbeelden. De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de in de voorbeelden beschreven en/of in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. Integendeel, werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding kunnen op veel verschillende manieren worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de uitvinding te gaan.

Claims (10)

23 BE2024/5184 CONCLUSIES

1. Hoofddeksel voor gebruik in CBRN-beschermende uitrusting, waarbij het hoofddeksel een hoofddeksellichaam heeft dat de vorm heeft van een kap of balaclava voor het bedekken van het hoofd en een gezichtsveldopening voor het ontvangen en bedekken van de rand van een ademhalingsbeschermingsmasker, waarbij het hoofddeksel een elastisch afdichtingselement omvat waarbij het afdichtingselement rondom in het randgebied van de gezichtsveldopening is aangebracht; waarbij het elastische afdichtingselement kleverig is; en waarbij het hoofddeksel een randgedeelte omvat dat het afdichtingselement aan de buitenzijde althans gedeeltelijk bedekt en/of overlapt, waarbij het randgedeelte langs de omtrek van het randgedeelte is voorzien van een holte, waarbij de holte is voorzien van twee aangrenzende openingen, waarbij de holte een elastisch spankoord omvat, zodat het randgedeelte gevormd is om tegen het afdichtingselement aan de buitenkant en/of in de richting van de gezichtsveldopening te drukken en/of aan te spannen, in het bijzonder om daardoor het afdichtingselement in draag- en/of toepassingsstaat tegen het ademmasker te drukken en/of aan te brengen, waarbij het hoofddeksel verder een tweede barrièrelaag omvat gelegen achter het plakkerige elastische afdichtingselement, waarbij de tweede barrièrelaag bij voorkeur actieve koolstof omvat en waarbij de tweede barrièrelaag is gekoppeld met een gasdicht textiel.

2. Hoofddeksel volgens conclusie 1, waarbij het elastische afdichtingselement een kleefstof omvat, en bij voorkeur ermee is bedekt.

3. Hoofddeksel volgens conclusie 2, waarbij de genoemde kleefstof wordt gekozen uit de lijst van: kleefstoffen op siliconenbasis, polyurethaankleefstoffen, polyurethaankleefstoffen, kleefstoffen op rubberbasis of mengsels daarvan.

4. Hoofddeksel volgens een der conclusies 1-3, waarbij het elastische afdichtingselement een drukgevoelige kleefstof omvat.

24 BE2024/5184

5. Hoofddeksel volgens een der conclusies 1-4, waarbij het elastische afdichtingselement wordt gekenmerkt door een rollendebalkleverigheidstest- afstand tussen 5 en 30 cm, gemeten volgens ASTM 3121 (2017).

6. Hoofddeksel volgens een der conclusies 1-5, waarbij het elastische afdichtingselement wordt gekenmerkt door een rollendebalkleverigheidstest- afstand tussen 5 en 15 cm, gemeten volgens ASTM 3121 (2017).

7. Hoofddeksel volgens een der conclusies 1-6, waarbij het elastische afdichtingselement is gecoat met een permanent plakkerig materiaal dat bestand is tegen minstens 10 keer wassen (ISO 6330-4N-F).

8. Hoofddeksel volgens een der conclusies 1-7, waarbij het elastische afdichtingselement verwijderbaar is door voorzichtig omhoog te trekken zonder vervorming.

9. Hoofddeksel volgens een der conclusies 1-8, waarbij de gezichtsveldopening is ontworpen om de rand van een ademhalingsbeschermingsmasker met brede vizieren te ontvangen en af te dekken.

10. CRBN-beschermende uitrusting, omvattende een hoofddeksel voor gebruik in CBRN-beschermende uitrusting volgens conclusie 1.