NL1004980C2 - Werkwijze voor het vaststellen van de aanwezigheid van bepaalde stoffen in melk en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze. - Google Patents

Description

WERKWIJZE VOOR HET VASTSTELLEN VAN DE AANWEZIGHEID VAN BEPAALDE STOFFEN IN MELK EN INRICHTING VOOR HET TOEPASSEN VAN DEZE WERKWIJZE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze voor het vaststellen van de aanwezigheid van bepaalde stoffen, zoals verontreinigingen, in de van afzonderlijke dieren afkomstige melk, verkregen bij opeenvolgende melkbeurten.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Duitse 10 Offenlegungsschrift 27 59 126. Bij deze bekende werkwijze wordt gebruikgemaakt van een kleursensor die reageert op de aanwezigheid van verontreinigingen, zoals bloed of etter, in de melk. Het doel van de uitvinding is een meer universele werkwijze voor het vaststellen van de aanwezigheid van 15 bepaalde stoffen, zoals verontreinigingen, in de melk te verschaffen, waarbij rekening wordt gehouden met de voor elk dier specifieke samenstelling van de melk. Overeenkomstig de uitvinding heeft de werkwijze, zoals deze in de aanhef is omschreven, daartoe het kenmerk, dat met behulp van een 20 kleursensor-meetsysteem de intensiteit van frequenties in een aantal gedefinieerde frequentiebanden, in het bijzonder de intensiteit van een aantal gedefinieerde kleuren in de melk wordt vastgesteld; dat de aldus verkregen intensiteitswaarden worden opgeslagen in een, voor een desbetreffend dier in een 25 computer aanwezig gegevensbestand; dat deze intensiteitswaarden zowel onderling als met overeenkomstige intensiteitswaarden, vastgelegd tijdens één of meer eerdere melkbeurten, worden vergeleken en dat de resultaten van dit vergelijkings-proces kenbaar worden gemaakt. In het bijzonder kan daarbij 30 met behulp van het kleursensor-meetsysteem de intensiteit van de afzonderlijke kleuren in de melk, verkregen uit de afzonderlijke uierkwartieren, worden vastgesteld. Volgens de hier weergegeven werkwijze worden de telkenmale vastgestelde intensiteitswaarden vergeleken met de hiervoor eerder vastge-35 stelde, zogenaamde historische, waarden. In het bijzonder geldt hierbij, dat de bij elke melkbeurt verkregen intensiteitswaarden kunnen worden vergeleken met overeenkomstige ijkwaarden, waarbij dan weer een ijkwaarde kan worden gevormd 1004980 2 door het voortschrijdend gemiddelde van de intensiteitswaar-den die voor een bepaald dier tijdens een gedefinieerd aantal, laatst plaatsgevonden hebbende, melkbeurten, zijn verkregen. Bij toepassing van de hier beschreven werkwijze is 5 het voorts van belang dat de resultaten van het vergelij-kingsproces op zodanige wijze worden weergegeven, dat hieruit rechtstreeks de aanwezigheid van bepaalde stoffen, zoals verontreinigingen, in de melk kan worden afgelezen.

Behalve op een werkwijze heeft de uitvinding tevens 10 betrekking op een inrichting voor het toepassen van de hier weergegeven werkwijze voor het vaststellen van de aanwezigheid van bepaalde stoffen, zoals verontreinigingen, in de van afzonderlijke dieren afkomstige melk, verkregen bij opeenvolgende melkbeurten. De inrichting heeft daartoe het kenmerk, 15 dat deze is voorzien van een kleursensor-meetsysteem met één of meer sensoren die in het melkleidingcircuit van een automatisch melksysteem zijn aangebracht om de intensiteit van frequenties in een aantal gedefinieerde frequentiebanden, in het bijzonder de intensiteit van een aantal gedefinieerde 20 kleuren in de melk vast te stellen, alsmede van een op dit kleursensor-meetsysteem aangesloten computer waarin de aldus verkregen intensiteitswaarden worden opgeslagen in een voor een desbetreffend dier in de computer aanwezig gegevensbestand en waarin voorts deze intensiteitswaarden zowel onder-25 ling als met overeenkomstige intensiteitswaarden, vastgelegd tijdens één of meer eerdere melkbeurten, worden vergeleken, terwijl voorts op de computer aangesloten middelen aanwezig zijn om de resultaten van dit vergelijkingsproces kenbaar te maken. Bij voorkeur zijn de sensoren daarbij aangebracht in 30 de van elk van de melkbekers van het automatisch melksysteem lopende melkleidingen. Wanneer uit het vergelijkingsproces blijkt dat zich in de melk ontoelaatbare hoeveelheden van ongewenste stoffen bevinden, dan kan door de computer een signaal worden afgegeven aan een in het melkleidingsysteem 35 opgenomen kraan, via welke de melk met deze ongewenste stoffen afzonderlijk kan worden afgevoerd.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuur, waarin op schematische wijze 1004980 3 dat deel van een automatisch melksysteem is weergegeven waarin de toepassing van de uitvinding tot uiting komt.

De figuur toont een viertal op de spenen van een te melken dier aan te sluiten melkbekers 1, waarvan de melkaf-5 voerslangen 2 uitmonden in een melkglas 3. Op het melkglas 3 is voorts een vacuümleiding 18 aangesloten om in het melkglas 3 zelf, in de melkafvoerslangen 2 en in de melkbekers 1 een onderdruk aan te leggen, nodig om de melkbekers op de spenen van het dier aangesloten te houden, om te kunnen melken en om 10 melk en hierin aanwezige lucht in het melkglas 3 van elkaar te scheiden. Vanuit het melkglas 3 wordt de verkregen melk via een kraan 4, een pomp 5, een terugslagklep 6 en een driewegkraan 7 over een leiding 8 naar een verder niet weergegeven melktank afgevoerd.

15 In de figuur is voorts een kleursensor-meetsysteem 9 aangegeven, welk meetsysteem een kleurintensiteitsverwer-kingseenheid (MCS) 10 omvat, waarop via glasvezelkabels 11 een viertal sensoren 12 is aangesloten. Deze sensoren 12 zijn aangebracht in de melkleidingen 2 om de intensiteit van een 20 aantal gedefinieerde kleuren in de melk vast te stellen en om deze intensiteiten representerende signalen toe te voeren aan de verwerkingseenheid 10. Als kleursensor-meetsysteem kan gebruik worden gemaakt van het Modular Color Sensor systeem CS1 van de firma Stracon Messsysteme GmbH, lm Camisch 10, 25 Kahla. De in dit systeem gebruikte sensoren zijn gevoelig voor frequenties in frequentiebanden voor rood, groen en blauw. Per meting worden dan ook drie signalen afgegeven, welke kunnen worden beschouwd als intensiteitswaarden voor deze drie kleuren. Voor melk van een constante samenstelling 30 zullen deze drie intensiteitswaarden een vaste onderlinge relatie hebben, welke relatie echter wordt verstoord zodra zich een verontreiniging in de melk bevindt. Op het kleursensor-meetsysteem 9 is een computer (PC) 13 aangesloten, waarin voor elk te melken dier een gegevensbestand aanwezig is, 35 waarin alle voor het melken van een desbetreffend dier benodigde gegevens zijn opgeslagen. Bij elke melkbeurt worden ook de verkregen drie intensiteitswaarden van de desbetreffende kleuren in de melk opgeslagen. Deze bij elke melkbeurt 1004980 4 opgeslagen intensiteitswaarden vormen de zogenaamde historische intensiteitswaarden. Uit de historische intensiteitswaarden die voor een bepaald dier tijdens een gedefinieerd aantal, laatst plaatsgevonden hebbende, melkbeurten zijn 5 verkregen, kan het voortschrijdend gemiddelde worden bepaald. De bij een volgende melkbeurt verkregen intensiteitswaarden kunnen met dit voortschrijdend gemiddelde worden vergeleken, dat wil zeggen de laatst verkregen intensiteitswaarde van elk van de drie kleuren kan worden vergeleken met de corresponde-10 rende, als voortschrijdend gemiddelde in de computer vastgelegde intensiteitswaarde. Met andere woorden, de intensiteitswaarden worden zowel onderling als met overeenkomstige intensiteitswaarden, vastgelegd tijdens één of meer eerdere melkbeurten, vergeleken. Dit vergelijkingsproces vindt plaats 15 in de computer 13. Vervolgens kunnen de resultaten van dit vergelijkingsproces op zodanige wijze worden weergegeven, dat hieruit rechtstreeks de aanwezigheid van bepaalde stoffen, zoals verontreinigingen, in de melk kan worden afgelezen. Deze resultaten kunnen via de leiding 14 worden toegevoerd 20 aan een beeldscherm of aan een printer.

In plaats van het bepalen van het voortschrijdend gemiddelde van de intensiteitswaarden voor elk van de kleuren kan ook op een andere manier voor elke kleur een ijkwaarde worden vastgesteld. Het is mogelijk ijkwaarden te hanteren 25 die zouden kunnen gelden voor de van alle dieren verkregen melk. In dat geval zal het niet noodzakelijk zijn om in elk van de melkafvoerslangen 2 een sensor 12 aan te brengen, maar kan in het melkglas 3 een overloopbakje 17 worden aangebracht, in welk bakje een dergelijke sensor 12' is aange-30 bracht, welke via een, met een "gestreepte" lijn weergegeven, glasvezelkabel is aangesloten op de verwerkingseenheid 10. Als verder alternatief kan een sensor 12'' onderin het melkglas 3 worden geplaatst. Ook dan dient deze weer via een glasvezelkabel 11'' te zijn aangesloten op de verwerkingseen-35 heid 10.

In alle gevallen geldt echter dat, wanneer blijkt dat zich in de melk ontoelaatbare hoeveelheden van ongewenste stoffen bevinden, door de computer 13 over de leiding 15 een 1004980 5 signaal wordt afgegeven aan de driewegkraan 7, via welke kraan en daarop aangesloten leiding 16 de melk met deze ongewenste stoffen afzonderlijk kan worden afgevoerd.

Wanneer bijvoorbeeld in de melk bloed is terechtge-5 komen, dan zal de intensiteitswaarde, door de sensor 12 afgegeven voor de kleur rood, hoger zijn dan zonder dat zich bloed in de melk bevindt. Deze intensiteitswaarde zal dan hoger zijn dan het op grond van de historische intensiteits-waarden vastgestelde voortschrijdend gemiddelde of hoger zijn 10 dan de gehanteerde ijkwaarde. Ook wanneer zich geen verontreinigingen in de melk bevinden, dan kunnen toch veranderingen worden vastgesteld in de concentratie van normaal in de melk aanwezige stoffen. Wanneer zich bijvoorbeeld in de loop van de lactatieperiode het vetgehalte van de melk wijzigt, 15 dan wijzigt zich ook de onderlinge verhouding van de drie intensiteitswaarden die tijdens elke melkbeurt worden vastgesteld.

Daar de samenstelling van de melk voor verschillende dieren verschilt, hetgeen zelfs visueel waarneembaar is 20 uit de kleur, zullen de intensiteitswaarden voor de drie kleuren voor verschillende dieren een verschillende onderlinge verhoudingswaarde hebben. Vandaar dat het gunstig is om de intensiteitswaarden voor elk dier bij elke melkbeurt apart te bepalen en te vergelijken met ijkwaarden of, in het bijzon-25 der, voortschrijdende gemiddelden, vastgesteld voor dit specifieke dier.

1004980

Claims (8)

1. Werkwijze voor het vaststellen van de aanwezigheid van bepaalde stoffen, zoals verontreinigingen, in de van afzonderlijke dieren afkomstige melk, verkregen bij opeenvol- 5 gende melkbeurten, met het kenmerk, dat met behulp van een kleursensor-meetsysteem de intensiteit van frequenties in een aantal gedefinieerde frequentiebanden, in het bijzonder de intensiteit van een aantal gedefinieerde kleuren in de melk wordt vastgesteld; dat de aldus verkregen intensiteitswaarden 10 worden opgeslagen in een, voor een desbetreffend dier in een computer aanwezig gegevensbestand; dat deze intensiteitswaarden zowel onderling als met overeenkomstige intensiteitswaarden, vastgelegd tijdens één of meer eerdere melkbeurten, worden vergeleken en dat de resultaten van dit vergelijkings-15 proces kenbaar worden gemaakt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat met behulp van het kleursensor-meetsysteem de intensiteit van de afzonderlijke kleuren in de melk, verkregen uit de afzonderlijke uierkwartieren, wordt vastgesteld.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat de bij elke melkbeurt verkregen intensiteitswaarden worden vergeleken met overeenkomstige ijkwaarden.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een ijkwaarde wordt gevormd door het voortschrijdend gemid- 25 delde van de intensiteitswaarden die voor een bepaald dier tijdens een gedefinieerd aantal, laatst plaatsgevonden hebbende, melkbeurten zijn verkregen.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de resultaten van het vergelijkingspro- 30 ces op zodanige wijze worden weergegeven, dat hieruit rechtstreeks de aanwezigheid van bepaalde stoffen, zoals verontreinigingen, in de melk kan worden afgelezen.

6. Inrichting voor het toepassen van een werkwijze voor het vaststellen van de aanwezigheid van bepaalde stof- 35 fen, zoals verontreinigingen, in de van afzonderlijke dieren afkomstige melk, verkregen bij opeenvolgende melkbeurten, zoals deze werkwijze is omschreven in een der conclusies 1 - 1004980 5, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een kleursensor-meetsysteem met één of meer sensoren die in het melkleidingcircuit van een automatisch melksysteem zijn aangebracht om de intensiteit van frequenties in een aantal 5 gedefinieerde frequentiebanden, in het bijzonder de intensiteit van een aantal gedefinieerde kleuren in de melk vast te stellen, alsmede van een op dit kleursensor-meetsysteem aangesloten computer waarin de aldus verkregen intensiteits-waarden worden opgeslagen in een voor een desbetreffend dier 10 in de computer aanwezig gegevensbestand en waarin voorts deze intensiteitswaarden zowel onderling als met overeenkomstige intensiteitswaarden, vastgelegd tijdens één of meer eerdere melkbeurten, worden vergeleken, terwijl voorts op de computer aangesloten middelen aanwezig zijn om de resultaten van dit 15 vergelijkingsproces kenbaar te maken.

7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de sensoren zijn aangebracht in de van elk van de melkbekers van het automatisch melksysteem lopende melkleidingen.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het 20 kenmerk, dat, wanneer uit het vergelijkingsproces blijkt dat zich in de melk ontoelaatbare hoeveelheden van ongewenste stoffen bevinden, door de computer een signaal wordt afgegeven aan een in het melkleidingsysteem opgenomen kraan, via welke de melk met deze ongewenste stoffen afzonderlijk kan 25 worden afgevoerd. 1004980