1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 334 335 336 337 338 339
|
ergens mee op de hoogte zijn contaminatie: ergens van op de hoogte zijn, of ergens mee bekend zijn
ben ergens mee op de hoogte = ergens mee op de hoogte zijn
bent ergens mee op de hoogte = ergens mee op de hoogte zijn
is ergens mee op de hoogte = ergens mee op de hoogte zijn
zijn ergens mee op de hoogte = ergens mee op de hoogte zijn
was ergens mee op de hoogte = ergens mee op de hoogte zijn
waren ergens mee op de hoogte = ergens mee op de hoogte zijn
optelefoneren contaminatie: opbellen, of telefoneren
goedkoop kosten contaminatie: goedkoop zijn, of weinig kosten
Bijgaand sturen wij u wollig taalgebruik: als het er niet ingesloten was, zou je het niet toesturen
in staat zijn te kunnen wollig taalgebruik: je bent in staat, of je kan het
toestemming dat te mogen wollig taalgebruik: je hebt toestemming, of je mag het
met behulp van gaat over zaken of dingen. Met hulp van gaat over personen.
met hulp van gaat over personen. Met behulp van over zaken of dingen.
schijnbaar betekent 'niet echt'. Blijkbaar betekent 'duidelijk', 'geen twijfel overlatend'.
blijkbaar betekent 'duidelijk', 'geen twijfel overlatend'. Schijnbaar betekent 'niet echt'.
ovulatie verhaspeling: De operazangeres kreeg een staande applaus. (= ovatie).
functioneren verhaspeling: Ik wil vandaag wel als voorzitter functioneren. (= fungeren)
geding verhaspeling: Onze belangen komen door deze rare fratsen ernstig in het geding. (= gedrang)
geraamd verhaspeling: De regering had een geheim plan geraamd. (= beraamd)
gefusilleerd verhaspeling: Ons bedrijf is met een Amerikaans bedrijf gefusilleerd. (= gefuseerd)
, een komma introduceert een pauze; aan 'en' gaat alleen een komma vooraf als de pauze nodig is; normaal loopt zin gewoon door
' enkelvoudige ': de apostrof (of weglatingsteken) gebruik je in de volgende situaties: bij meervoud van een woord met de klinker 'i', 'a', 'u', 'o' of 'y' omdat je anders een verkeerde uitspraak van het woord krijgt; voorbeeld: menu's; Bij 's en 't (afkortingen van 'des, en 'het'); voorbeeld: 's morgens; als je een eigennaam met een s-klank schrijft die een bezit aanduidt; voorbeeld: Beatrix' hoed
beide Als je verwijst naar zaken of dieren, gebruik je geen 'n'.
beiden Als je verwijst naar personen, gebruik je een 'n'.
vele Als je verwijst naar zaken of dieren, gebruik je geen 'n'.
velen Als je verwijst naar personen, gebruik je een 'n'; voorbeeld: Velen zullen de laatsten zijn.
weinigen Als je verwijst naar personen, gebruik je een 'n'; voorbeeld: Slechts weinigen zullen deze opleiding afmaken
weinige Als je verwijst naar zaken of dieren, gebruik je geen 'n'.
enkele Als je verwijst naar zaken of dieren, gebruik je geen 'n'.
enkelen Als je verwijst naar personen, gebruik je een 'n'; voorbeeld: Enkelen zullen de eindstreep niet bereiken.
in beschouwing nemen wollig taalgebruik: beschouwen
ten uitvoer brengen wollig taalgebruik: uitvoeren
in rekening brengen wollig taalgebruik: berekenen
in ontwikkeling brengen wollig taalgebruik: ontwikkelen
in behandeling nemen wollig taalgebruik: behandelen
in behandeling komen wollig taalgebruik: behandeld worden
niet gebruik te niet te vaak een ontkenning in een zin
geen = niet
nooit = niet
beletten = niet
verbieden = niet
voorkomen de klemtoon bepaalt de betekenis; blijkt die duidelijk uit de zin?
welk = ouderwets taalgebruik belemmert de vlotheid van een tekst
hetwelk = welk
jegens = welk
nopen = welk
pogen = welk
voornemens = welk
zulks = welk
doch = welk
gaarne = welk
geschieden = welk
thans = welk
heden = welk
inmiddels = welk
ofschoon = welk
dienen = welk
gelijken = welk
gewennen = welk
behoeven = welk
behoren = welk
in principe vaag taalgebruik; is de betekenis van de zin meer concreet te formuleren
ten dele = in principe
voorlopig = in principe
in hoge mate = in principe
in zijn algemeenheid = in principe
in grote lijnen = in principe
min of meer = in principe
tot op zekere hoogte = in principe
ten aanzien van bedoelt u op, over, tegen, van of voor?
tegen de achtergrond van voor
ten behoeve van voor
met betrekking tot bedoelt u voor of over?
als gevolg van door
onder invloed van door
door middel van door
met het oog op om
in verband met bedoelt u omdat of wegens
aspect vaag taalgebruik; is de betekenis van het woord meer concreet te formuleren
dimensie = aspect
element = aspect
factor = aspect
gebeuren = aspect
sfeer = aspect
afparaferen contaminatie: aftekenen, of paraferen
akkoord zijn contaminatie: het eens zijn, of akkoord gaan
als gewoonte contaminatie: als gewoonlijk, of uit gewoonte
zich bedenken contaminatie: bedenken, of zich realiseren
zich iets kunnen begrijpen contaminatie: zich iets kunnen voorstellen, of iets kunnen begrijpen
behoren tot een van de contaminatie: behoren tot de, of een van de zijn
zijn beklag indienen contaminatie: zijn beklag doen, of een klacht indienen
belangstelling trekken contaminatie: belangstelling wekken, of belangstellenden trekken
uit eigener beweging contaminatie: uit eigen beweging, of eigener beweging
bijsluiten contaminatie: bijvoegen, of insluiten
ten gehore komen contaminatie: ten gehore brengen, of ter ore komen
voor twee weken geleden contaminatie: voor twee weken, of twee weken geleden
gelijkstellen aan contaminatie: gelijkstellen met, of gelijk zijn aan
bij gemis aan contaminatie: bij gemis van, of bij gebrek aan
gepaard gaan aan contaminatie: gepaard gaan met, of gepaard gaan met, of gekoppeld zijn aan
gevaar kunnen contaminatie: gevaar lopen, of kwaad kunnen
gewoonlijk plegen contaminatie: plegen, of gewoonlijk zijn
goedgevig contaminatie: goedgeefs, of vrijgevig
op de hoogte met contaminatie: op de hoogte van, of bekend met
interesse hebben in contaminatie: interesse hebben voor, of genteresseerd zijn in
als een bus kloppen contaminatie: als een bus sluiten, of kloppen
kwijt maken contaminatie: kwijt zijn, of zoekmaken
aan den lande bewezen contaminatie: aan het land bewezen, of den lande bewezen
lezen uit contaminatie: lezen in, of maken op uit, of begrijpen uit
luidop contaminatie: luid, of hardop
met zich meebrengen contaminatie: met zich brengen, of meebrengen
navolgeling contaminatie: navolger, of volgeling
onmeedogenloos contaminatie: onmeedogend, of meedogenloos
onontkomelijk contaminatie: onontkoombaar, of onvermijdelijk
ontlenen uit contaminatie: ontlenen aan, of overnemen uit
hetzelfde geldt ook voor contaminatie: hetzelfde geldt voor, of dat geldt ook voor
de oorzaak is te wijten aan contaminatie: de oorzaak is, of het is te wijten aan
oppassen c: oppassen voor, of letten op
opstarten contaminatie: starten, of op gang brengen
zo optimaal mogelijk zo goed mogelijk, of optimaal
overnieuw contaminatie: over, of opnieuw
plegen = gewoonlijk plegen
pleidooi voeren contaminatie: pleidooi houden, of proces voeren
plotsklaps contaminatie: plotseling, of eensklaps
goedkope prijs contaminatie: goedkoop artikel en duur artikel, of lage prijs en hoge prijs
dure prijs = goedkope prijs
laag artikel = goedkope prijs
hoog artikel = goedkope prijs
schade betalen contaminatie: schade vergoeden, of schadevergoeding betalen
schuld zijn aan contaminatie: schuld hebben aan, of schuldig zijn aan
somstijds contaminatie: soms, of somtijds (verouderd)
stopleggen contaminatie: stopzetten, of stilleggen
voor een jaar terug contaminatie: voor een jaar, of een jaar terug
uitprofiteren contaminatie: uitbuiten, of profiteren
per vergissing contaminatie: per ongeluk en per abuis, of bij vergissing
verloren zijn contaminatie: verloren hebben, of kwijt zijn
geen verschil uitmaken contaminatie: geen verschil maken, of niets uitmaken
verveelvuldigen contaminatie: vermenigvuldigen, of verveelvoudigen
volgens mijn mening contaminatie: volgens mij, of naar mijn mening
licht wegen contaminatie: licht of zwaar zijn, of weinig en veel wegen
zwaar wegen = licht wegen
weinig zijn = licht wegen
veel zijn = licht wegen
zoiets dergelijks contaminatie: zoiets, of iets dergelijks
eerste aanbetaling pleonasme: aanbetaling, of eerste betaling
nieuwe aanwinst pleonasme: aanwinst (is altijs nieuw; wel mogelijk: nieuwste aanwinst)
alvorens pleonasme: kan niet gebruikt worden in combinatie met eerst
voordat = alvorens
eerst = alvorens
ander alternatief pleonasme: alternatief, of andere mogelijkheid
overbodige ballast pleonasme: ballast is altijd overbodig
behalve pleonasme: kan niet gebruikt worden in combinatie met ook
beperken pleonasme: kan niet gebruikt worden in combinatie met slechts, alleen, of uitsluitend
mondeling bespreken pleonasme: mondeling is overbodig
dodelijk verongelukken pleonasme: verongelukken is altijd dodelijk
achteraf evalueren evalueren is altijd achteraf
naar het buitenland exporteren pleonasme: exporteren is altijd naar het buitenland
genoodzaakt moeten zijn pleonasme: genoodzaakt zijn, of moeten
voorlopig gehandhaafd blijven pleonasme: voorlopig gehandhaafd worden, of voorlopig van kracht blijven
herhalen pleonasme: kan niet gebruikt worden in combinatie met weer of nog eens, tenzij het de tweede of derde keer betreft
herstellen = herhalen
heropenen = herhalen
hervatten = herhalen
importeren uit het buitenland pleonasme: importeren is altijd uit het buitenland
invoeren = importeren uit het buitenland
hierbij insluiten pleonasme: hierbij sturen, of insluiten
in staat zijn te kunnen pleonasme: in staat zijn, of kunnen, of mogelijk zijn
mogelijk zijn te kunnen = in staat zijn te kunnen
uiterste limiet pleonasme: uiterste moet te vervallen
misschien bestaat de mogelijkheid pleonasme: misschien, of mogelijk, of de mogelijkheid bestaat, of het is mogelijk
iets te mogen doen pleonasme: bij toestemming hebben of het recht te hebben vervalt mogen
onnodige omhaal pleonasme: onnodige moet vervallen
een reserve overblijven pleonasme: er is of blijft een reserve, of er blijft over
plannen voor de toekomst pleonasme: voor de toekomst is overbodig
acherstallige schuld pleonasme: acherstallige betaling, of schuld
traag tempo pleonasme: traagheid of laag tempo
nader toelichten pleonasme: nader vervalt, tenzij de toelichting later pas gebeurt
uiterlijke schijn pleonasme: schijn is altijd uiterlijk
opzettelijk uitlokken pleonasme: uitlokken is altijd opzettelijk
tot later uitstellen pleonasme: tot later moet vervallen
unaniem pleonasme: unaniem in combinatie met allen is overbodig
verzoeken te willen pleonasme: willen is overbodig, of verzoeken is overbodig
later volgen pleonasme: later is overbodig
volstaan pleonasme: in combinatie met slechts/alleen/uitsluitend is slechts/alleen/uitsluitend overbodig
vooraf waarschuwen pleonasme: waarschuwen is altijd vooraf
vooruit voorspellen pleonasme: vooruit is overbodig
verkopen aan ga: verkopen tegen of voor
aanduiden ga: vermelden, aangeven, of opgeven
aangeduid ga: aangewezen
aansprakelijk houden a: aansprakelijk stellen
zich abonneren aan ga: zich abonneren op
af ge: in de zin van vanaf een plaats of tijd
afbouwen ge: (gedeeltelijk) opheffen, verminderen of inkrimpen
akkoord a: alleen in combinatie met gaan mogelijk
akkoord zijn ga: ermee akkoord gaan, of het eens zijn
al a: in de zin van alles (dat is al)
angst hebben ge: bang zijn of in angst zitten
baanbreken ge: doorbreken, ingang vinden, of veld winnen; ingeburgerd: baanbrekend onderzoek
band ge: in de zin van deel van een boek
bedenken ga: in combinatie met zich: bedenken of zich realiseren
beduidend ge: aanzienlijk, aanmerkelijk, belangrijk, of van betekenis
bemeesteren ge: overmeesteren, zich meester maken van, overwinnen, veroveren, of bemachtigen
bemerking ge: aanmerking of ook wel voor opmerking
benutten ge: gebruiken; alleen bij sterke nadruk kan benutten toegepast worden
berechtigd ge:gerechtigd, bevoegd, of het recht hebbend
berichten ge: antwoord; wel kan bericht (enkelvoud) ontvangen
betrachten ge: bekijken, of beschouwen; wel kan plicht betrachten (volbrengen doen)
billijk ge: in de betekenis van lage; lage prijzen; wel in de betekenis van redelijke prijzen
centraal ge: aan elkaar als in centraalbestuur; moet zijn twee woorden
chemiker ge: chemicus, of scheikundige
daarom ge: daarom en omdat in dezelfde zin gebruikt; daarom is overbodig
dame ga: alleen juist in de betekenis van partner, aan tafel of bal of iets dergelijks
deelname ge: deelneming
inachtname ge: inachtneming
inbslagname ge: inbeslagneming
ingebruikname ge: ingebruikneming, het in gebruik nemen
kennisname ge: kennisneming
terugname ge: terugneming, of het terugnemen
derdens ge: ten derde
doel ge: in de betekenis van zin of nut
doen ga: in de betekis van laten
doorvoeren ge: in de betekis van een vergelijking doortrekken
duldzaam ge: verdraagzaam
eerst recht ge: pas echt, of pas goed
eerstens ge: ten eerste
eigenen ge: geschikt zijn, zich lenen voor
een eind aan iets stellen ga: een eind ana iets maken
eindejaarskoop ga: oudejaarskoop
eindejaarskoopje = eindejaarverkoop
eindejaaruitverkoop = eindejaarverkoop
eindejaarspremie = eindejaarverkoop
erkennen a: bevestigen in de betekenis van de ontvangst van een brief bevestigen
evenzogoed ge: even goed; kan wel de betekenis van ondanks dat
explosieveilig ge: geen explosiegevaar opleverend
fout ga: schuld, in zin dat is zijn fout niet
frontpagina a: voorpagina
in gang zetten ge, ga: op gang brengen, of aan de gang brengen
in gang brengen = in gang zetten
gasgevuld ge: met gas gevuld of met gasvulling
gedood worden a: om het leven komen, omkomen, verongelukken, of sneuvelen
geheimvol ge: geheimzinnig, raadselacchtig
geheimenisvol = geheimvol
glansvol ge: glansrijk
prachtvol ge: prachtig
stemmingsvol ge: met of in een aangename stemming
wondervol ge: wonderlijk, of prachtig
gekend ga: in de betekenis van bekend schrijver
geld maken a: (veel) geld verdienen
tot gelding brengen ge: ten uitvoer brengen, tot hun recht laten komen, of doen uitkomen
met gelijke post ge: met dezelfde post, separaat
mooi weer geven ge: mooi weer zijn
een glanzende rol ge: glansrol, schitterende rol
goudgerand ge: met een gouden rand
goudomrand = goudgerand
grootbank ge: grote bank
grootstad ge: grote stad
zich handelen om ge: betreffen, gaan om, sprake zijn van, of te maken hebben met
handen schudden a: de hand geven
hogergenoemd ga: bovengenoemd, bovenvermeld, hierboven genoemd, of hierboven vermeld
hoogfijn ge: eerste kwaliteit, zeer fijne kwaliteit, allerfijnste kwaliteit
zich informeren ga: zich op de hoogte stellen, of informeren naar
vrije ingang ga: vrije toetoegang, of toegang vrij
verboden ingang ga: verboden toegang, of toegang verboden
instrumentaalmuziek ge: instrumentale muziek
zijn te ge: in de betekenis van moeten worden; wel correct is kan worden
leven a: in de betekenis van wonen
zich lonen ge: de moeite lonen
maagbezwaren ge: maagklachten of maagkwaal
maaglijden = maagbezwaren
maken ge: in de betekenis van zijn in een rekensom
koffie maken a: koffie of the zetten
thee maken = koffie maken
maximaalbedrag ge: maximaal of mninimaal hoort losgeschreven (maximaal bedrag)
maximaaltemperatuur = maximaalbedrag
maximaalhoeveelheid = maximaalbedrag
meer beroemd a:, ga: beroemder; wel correct meer beroemd dan geliefd
meer bekend = meer beroemd
meest beroemd = meer beroemd
meest bekend = meer beroemd
meest opvallend = meer beroemd
meer of minder a: min of meer
meermalig ge: herhaald
middels ge: door middel van, met behulp van, met
minimaalbedrag = maximaalbedrag
minimaaltemperatuur = maximaalbedrag
missen a: in de betekenis van ontbreken
modisch ge: modieus, modern
nemen ga: in de betekenis van houden voor
nevenbetrekking ge: bijbetrekking; wel correct als met neven- gelijkwaardigheid wordt bedoeld
nevenbedoeling = nevenbetrekking
nevenoorzaak = nevenbetrekking
nevenbedrijf = nevenbetrekking
nieuwkomer a: nieuweling
ombouw ge: verbouwing, of verandering van bouw
omleggen ge: in de betekenis van doden, neerschieten
onbedingd ge: absoluut, onvoorwaardelijk
onderlijnen ga: onderstrepen, of de nadruk leggen op
opvoeren: ge: bijschrijven, vermelden
overleven a: het overleven
per direct ge: direct
recentelijk a: recent, onlangs, kort geleden, of in recente tijd
richtig ge: juist of correct
basedowse ziekte ge: ziekte van Basedow
berlaagse stijl ge: stijl van Berlage
kantse wijsbegeerte ge: wijsbegeerte van Kant
weilse ziekte ge: ziekte van Weil
slagwoord ge: trefwoord, of woord dat inslaat
spoedigst ge: zo spoedig mogelijk, ten spoedigste, zo snel mogelijk
stellen ga: maken, in de betekenis van een eind aan iets maken
techniker ge: technicus
toelaten ga: mogelijk maken, in staat stellen, de gelegenheid bieden, of de mogelijkheid bieden
toondicht ge: (muzikale) compositie
tussenkomen ga: tussenbeide komen, ingrijpen, of zich mengen in
van een grote schoonheid ga: erg mooi
de mogelijkheden zijn veel a: de mogelijkheden zijn talrijk, of er zijn vele mogelijkheden
in vergelijk met ge: vergeleken met, of in vergelijking met
verhoudingen ge: in de betekenis van omstandigheden, toestand(en), voorwaarden of gesteldheid
akkoord vertrouwen a: ermee eens gaan
vocaalmuziek ge: vocale muziek
een product voeren ge: verkopen, handelen in, of in de handel brengen
de bedoeling ligt voor ge: het is de bedoeling, de bedoeling bestaat, of men heeft de bedoeling
voorliggend ge: onderhavig, genoemd, bedoeld, deze of dit
onder de vorm van ga: in vorm van
vorstenpaar ge: koninklijk (vorstelijk) paar
vroeger of later a: vroeg of laat
vroegzomer ge: vroege zomer of begin van de zomer
wateroplosbaar ge: in water oplosbaar
bedenken we wel ga: bedenk wel, we moeten wel bedeneken, of laten we wel bedenken
realiseren we we wel
stellen we ons voor = bedenken we wel
weermacht ge: strijdkrachten
weersafhankelijk ge: afhankelijk van het weer
dat is te zeggen ga: dat wil zeggen
zichzelf vergissen ge:, a: zich vegissen
ziedaar ga: dat is de oorzaak van, dat is nu
zwarthandel ge: zwarte handel of sluikhandel
heid vermijd woorden die eindigen op -heid als ze een verzelfstandigd werkwoord betreffen
ing vermijd woorden die eindigen op -ing als ze een verzelfstandigd werkwoord betreffen
|