Heb ik afantasie?

Doe deze test en ontdek het!

Hoe sterk is je verbeeldingskracht? Sommige mensen kunnen ontzettend duidelijke en levendige beelden in hun hoofd oproepen, terwijl andere mensen helemaal geen beelden kunnen oproepen. Als je geen beelden kunt oproepen in je hoofd, wordt dat afantasie genoemd.

Wil je graag weten of je afantasie hebt? Doe om erachter te komen onze test die gebaseerd is op de officiële Vividness of Visual Imagery Questionnaire van psycholoog David Marks.

Twee handen houden een lege blauwe spraakwolk omhoog.

Tests zijn leuker met vrienden

Deel deze test met je vrienden en vergelijk de resultaten

Overzicht van vragen

1. Vragen 1-4: probeer je een goede vriend(in) voor te stellen die je regelmatig ziet. Kun je zijn of haar gezicht, haar en lichaam zien?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
2. Probeer je zijn of haar gezichtsuitdrukkingen voor te stellen. Kun je zijn of haar gezicht zien bewegen op de manier waarop dit normaal gebeurt?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
3. Probeer je nu voor te stellen dat hij of zij loopt en zijn of haar lichaam beweegt. Kun je zijn of haar normale lichaamstaal en manier van lopen in je hoofd oproepen?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
4. Tot slot, wat draagt hij of zij? Draagt je vriend(in) kleren die hij of zij eerder gedragen heeft?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
5. Vragen 5-8: stel je een lucht voor. Probeer je voor te stellen dat de zon boven de horizon opkomt en achter de wolken verdwijnt. Hoe goed lukt je dat?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
6. Beeld je nu in dat de wolken wegdrijven zodat de lucht helder en blauw is. Lukt het je om dat te doen?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
7. Oké, nu komt er een grote onweersbui aan en de bliksem slaat in. Kun je dit beeld in je hoofd oproepen?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
8. De onweersbui drijft weg en er ontstaat een regenboog boven de horizon. Kun je hem zien?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
9. Vragen 9-12: stel je een winkel voor waar je regelmatig naartoe gaat. Kun je de winkelpui zien vanaf de overkant van de straat?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
10. Kun je de ramen zien? Zie je kleren, etenswaren of borden voor de ramen?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
11. Beeld je nu in dat je voor de winkeldeur staat. Kun je de kleur, de deurkruk en andere details zien?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
12. Stel je de toonbank voor. Beeld je in dat je betaalt voor iets dat je gekocht hebt. Zie je hoe je je pinpas in het pinapparaat steekt?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
13. Vragen 13-16: stel je een beeld uit de natuur voor. Kun je het land aan de horizon zien, waaronder de heuvels, glooiingen, etc.?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
14. Stel je nu een meer voor. Kun je de kleur en de vorm duidelijk zien?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
15. Stel je voor dat er bomen om het meer staan. Kun je zien om welke boomsoort het gaat?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.
16. Kun je zien hoe de bomen in het water weerspiegeld worden?
  1. Ik zie het perfect en helder voor me -- net als in de echte wereld.
  2. Ik kan het vrij goed zien, maar niet perfect.
  3. Ik zie een beeld voor me, maar het is onduidelijk, wazig of vaag.
  4. Ik zie geen beeld voor me, maar ik weet wel dat ik eraan denk.

Alles wat je moet weten over afantasie

Wat is afantasie? Afantasie is het onvermogen tot visuele verbeelding, oftewel het onvermogen om beelden op te roepen in het hoofd. Sommige mensen hebben een enorm sterke verbeeldingskracht, wat betekent dat ze erg duidelijke, levendige en gedetailleerde beelden in hun hoofd kunnen oproepen. Bij sommige mensen zijn deze beelden net zo duidelijk als de beelden die ze echt zien. Bij andere mensen zijn deze beelden echter waziger en minder duidelijk -- en in deze gevallen kan het zijn dat mensen bepaalde en bekende details niet kunnen visualiseren. Dit duidt op een minder sterke verbeeldingskracht. Afantasie is echter anders. Mensen met afantasie kunnen helemaal geen beelden in hun hoofd oproepen. Ze ‘weten’ dat ze aan een bepaald beeld denken, maar zien dat beeld niet voor zich.

  • De Vividness of Visual Imagery Questionnaire werd in 1977 ontwikkeld door de Britse psycholoog David Marks om iemands verbeeldingskracht te testen. De test die je hierboven gedaan hebt is grotendeels gebaseerd op deze test.

Dromen mensen met afantasie? Uit enkele onderzoeken is gebleken van wel. Natuurlijk draait het bij dromen om beelden die je voor je geestesoog ziet, dus als iemand geen beelden in zijn of haar hoofd kan oproepen wanneer hij of zij wakker is, dan zou je verwachten dat hij of zij dit ook niet kan doen wanneer hij of zij slaapt. Er is echter nog geen duidelijk antwoord op deze vraag, al lijken sommige onderzoeken te suggereren dat mensen met afantasie wel beelden kunnen oproepen in dromen.

Kun je genezen van afantasie? Nee, maar dat is ook niet nodig. Afantasie is geen aandoening die het leven van mensen verstoort en behandeld moet worden met medicatie. Het is in plaats daarvan een variatie in de menselijke ervaring.

Is afantasie erfelijk? Dat is mogelijk. Wetenschappers hebben nog geen duidelijk antwoord op deze vraag, maar als je afantasie hebt, is de kans groter dat je kinderen het ook hebben en er is dus zeker iets van een erfelijke basis. Als je dus denkt dat jij en je familie afantasie hebben, laat hen deze test dan ook doen.

Is er een verband tussen ADHD en afantasie? Het kan zijn dat er een verband is tussen ADHD en afantasie vanwege het dopaminesysteem in de hersenen. Dopamine is van invloed op je verlangen om beloond te worden en je interne motivatie – mensen met ADHD hebben van nature minder dopamine in hun hersenen. Er is een theorie dat dopamine ook in verband gebracht kan worden met het vermogen om beelden op te roepen in het hoofd, wat zou betekenen dat mensen met ADHD een grotere kans op afantasie hebben. (Het is de moeite waard om hier op te merken dat er ook een theorie bestaat dat bepaalde vormen van autisme ook in verband gebracht kunnen worden met afantasie).